Zalig is de man, die in verzoeking volhardt, want, wanneer hij de proef heeft doorstaan, zal hij de kroon des levens ontvangen, die Hij beloofd heeft aan wie Hem liefhebben.

Jakobus 1:12

Het gaat in deze tafeltekst vooral om het laatste gedeelte: hij zal de kroon des levens ontvangen, die Hij beloofd heeft aan wie Hem liefhebben. De ‘kroon des levens’ is een term die bekend was bij alle mensen, in de tijd dat Jakobus dit schreef. Net zoals bij ons voetbaltermen bekend zijn. En dan gaat het vooral om het woord ‘kroon’. Dit kunnen we vertalen als ‘lauwerkrans’. De lauwerkrans werd gegeven als prijs aan degene, die in de spelen de overwinning had behaald.

Het begrip ‘kroon des levens’ krijgt een diepere inhoud dan dit, doordat het woord ‘leven’ te maken heeft met de toestand van iemand die levenskracht heeft, of van iemand die bezield is. Deze lauwerkrans wordt dus niet gegeven aan iemand, die iets gepresteerd heeft, maar aan iemand die bezield is.  Natuurlijk moet iemand die er naar streeft om de ‘lauwerkrans’ te behalen bezield zijn! Maar de bezieling waar de apostel Jakobus het over heeft is de liefdes-bezieling! Hij zegt hier dus dat degene die vol van liefde is voor de Heer, bekroond wordt met een ongekende, boven alles en allen uittillende levenskracht.

Deze bekroning wordt door de Here gegeven, niet aan degene die zich heeft ingespannen om tot dit resultaat te komen, maar aan degene, die zich heeft laten vormen in Zijn handen. Deze vorming is zwaar. Te zwaar zelfs! Tenzij wij Jezus liefhebben boven alles. De liefde voor Hem maakt het onmogelijke mogelijk! Als we Hem echt liefhebben gaan we dit ervaren: Wat bij mensen onmogelijk is, is mogelijk bij God  (Lukas 18:27). In de praktijk van het leven blijkt heel duidelijk dat alleen als we Hem gaan liefhebben, deze vorming werkelijkheid wordt. Zonder werkelijke liefde voor Jezus blijkt er geen basis voor deze vorming te zijn .. . .

Dit verklaart de wonderlijke ervaring dat het leven er beslist niet eenvoudiger op wordt, als we Jezus gaan lief krijgen. Het eerste gedeelte van onze tafeltekst wordt nu duidelijker, als we er iets aan toevoegen: Zalig is de man, die in verzoeking (in de liefde tot Hem) volhardt. Als de liefde tot Hem in de ‘verzoeking’ vervaagt, dan is er geen kracht om te volharden.

Wat moeten we onder het woord ‘verzoeking’ verstaan? Het woord dat hier gebruikt wordt, komt van een werkwoord dat de betekenis heeft van: uitproberen, beproeven. We kunnen het woord ‘verzoeking’ het best omschrijven met: tegenspoed, verdriet en moeite, door God gezonden, om iemands karakter, geloof en heiligheid op de proef te stellen, beter nog: om iemands karakter, geloof en heiligheid te vormen.

Wie in de ‘verzoeking’ niet gericht blijft op Hem, die ons hierin vormen wil tot werkelijke hemelburgers, tot huisgenoten Gods, tot medearbeiders van Christus (Filippenzen 3:20; 1 Korintiërs 3:9; Efeze 2:19) merkt niets meer van Zijn rijke belofte: Gij hebt geen bovenmenselijke verzoeking te doorstaan. En God is getrouw, die niet zal gedogen, dat gij boven vermogen verzocht wordt, want Hij zal met de verzoeking ook voor de uitkomst zorgen, zodat gij ertegen bestand zijt (1 Korintiërs 10:13). Wie in deze ‘vorming’ gericht blijft op Hem: Zalig is d(i)e man! ‘Zalig’ betekent: gelukkig, voorspoedig. En het woord ‘man’ kunnen we, omdat het hier in z’n algemeenheid wordt gebruikt, natuurlijk vertalen met zowel ‘man’ als ‘vrouw’. Beter had hier dus kunnen staan: Gelukkig en voorspoedig is de mens . . .

Het woord ‘volharden’ heeft niets verbetens in zich. Het betekent eenvoudig: dezelfde blijven, niet iets anders worden. Jakobus zegt dus in onze tafeltekst dat, als we in de vorming die God ons in ons leven geeft, op Hem gericht blijven, dat we dan niet zullen wegglijden, als een hond tot z’n eigen uitbraaksel, maar voorspoedig en gelukkig zullen zijn!

En de reden/oorzaak van dit voorspoedig en gelukkig zijn is hierin gelegen, dat we Hem liefhebben boven alles. Want als we Hem liefhebben boven alles en allen, dan zal Hij ons kronen met een hemelse levenskracht. Hij heeft dat beloofd! Het woord ‘beloven’ betekent: zich vrijwillig (onvoorwaardelijk) aan iets binden.

Tot besluit een tekst die hier zeker bij past: Daar wij nu deze beloften bezitten, geliefden, laten wij ons reinigen van alle bezoedeling des vlezes en des geestes, en zo onze heiligheid volmaken in de vreze Gods (2 Korintiërs 7:1).

En laten we dus daarbij vooral beseffen dat dit: laten wij ons reinigen, alleen maar mogelijk is als we, bezield door de liefde tot Jezus, ons overgeven, toevertrouwen aan de vorming waar onze tafeltekst voor deze week zo vreugdevol over spreekt!