Wekelijkse bijbeltekst

Bijbeltekst week 2023 – 39

Hij heeft u bekend gemaakt, o mens, wat goed is en wat de HERE van u vraagt: niet anders dan recht te doen en getrouwheid lief te hebben, en ootmoedig te wandelen met uw God.

Micha 6:8

Micha profeteerde in de tijd van koning Hizkia. Hij was een tijdgenoot van de profeet Jesaja. Micha sprak vol gloed over de komst van het Vrederijk (Micha 4:1-4) als troost voor degenen, die zijn profeteren over de ondergang van het noordelijke Rijk ter harte hadden genomen (Micha 1:1-8). Maar hij geselt de zonden van de heersende klassen: de omkoopbaarheid van de profeten, de hebzucht van de priesters die ook recht spraken, en de hardvochtigheid van de rijken jegens de armen (hoofdstuk twee en drie).

Maar te midden van al deze harde woorden tegen een volk dat, zelfgenoegzaam, niet meer luisteren wil naar de stem van God, staan deze liefelijke woorden, die voor deze week onze tafeltekst zullen zijn: Hij heeft u bekendgemaakt, o mens…

Micha en Jesaja waren in die tijd niet de enige profeten. Het was de bloeitijd van de profeten: ze waren wat je noemt ‘in’. Ze hoorden bij het leven van de hoge stand in Israël, ze werden uitgenodigd bij de luisterrijke feesten.

Maar naar wat zij spraken in de Naam van God, werd niet geluisterd. Ach ja, wel geluisterd, maar niet aan gehoorzaamd. We hoeven dat niet verder uit te leggen, want dat begrijpen we maar al te goed…  De woorden die de profeet Micha sprak, waren voor degenen die wél luisteren wilden. Want alleen aan de luisterende mens kan God iets ‘bekend maken’. Dit ‘bekendmaken’ heeft niets te maken met ‘proclameren’. Maar wel met ‘mededelen’ of beter nog met ‘duidelijk maken’, ‘te kennen geven’, of nog beter: ‘te weten laten komen’, ‘uitleggen’.

Ook hier leren we God weer kennen zoals Hij werkelijk voor ons wil zijn: een liefdevolle, zorgzame Vader, voor hen die niet alleen Zijn schepsel willen zijn, maar kind willen zijn, zoon en dochter willen zijn.

Aan hen vertelt Vader, dat het leven zo eenvoudig is, in het schuilen bij Hem. Hij vraagt van Zijn kinderen niet anders dan. Dat betekent: ‘alleen maar’. De woorden, zoals ze in onze tafeltekst vertaald staan, klinken nogal zwaar: niet anders dan recht te doen. Maar we mogen het ook anders vertalen: niet anders dan te gehoorzamen aan wat Hij ons heeft voorgeschreven. Gods voorschriften zijn aanbevelingen, richting aangevend voor werkelijk leven: Tora, wat dus niet slechts wet betekent. Als we God hebben leren kennen als onze liefhebbende, eeuwige Vader, dan beleven we de rijkdom van Zijn voorschriften, van de Tora, als raadgevingen, die overigens wel dienen opgevolgd te worden, willen we echt kunnen leven.

Dan gaat onze tekst verder met: en getrouwheid lief te hebben. Het woord ‘getrouwheid’ krijgt een zo veel warmere inhoud als we zien hoe het ook vertaald kan worden, met: ‘goedheid’, ‘vriendelijkheid’ of ‘vriendschap’. Laten we er vooral op letten dat er niet staat: getrouwheid in acht nemen of zoiets, maar liefhebben.

En nu nog het laatste gedeelte van deze liefelijke woorden van, de overigens zo strenge profeet, Micha: en ootmoedig te wandelen met uw God.

We gebruiken het woord ‘ootmoed’ vaak zonder werkelijk te verstaan wat dat betekent. In onze tekst staat er niet ‘ootmoed’ maar ‘ootmoedig zijnde’. Het staat in een werkwoordsvorm die om een andere vertaling vraagt: ‘bescheiden zijn’.

De woorden van de profeet Micha roepen ons op om in het wandelen met God, in het Hem kennen in al onze wegen, geen geweldenaar te zijn.

Als we van harte onze tafeltekst opzeggen, dan spreken we uit dat we in alle eenvoud Vader willen gehoorzamen, Die ons dan veilig in het Koninkrijk van Zijn Zoon zal aanbrengen. Want Hij is niet alleen onze Hemelse Vader, maar de HERE. En dat is: Degene, Die in alles het laatste Woord heeft.


 

Bijbeltekst week 2023 – 38

Gij maakt mij het pad des levens be­kend; overvloed van vreugde is bij uw aangezicht, liefelijkheid is in uw rech­terhand, voor eeuwig.

Psalm 16:11

We hebben voor deze week een jubeltekst uit de Psalmen. Laat het maar jubelen, elke dag dus wel drie keer! Wat een vreugdevolle ontdekking geeft die eerste regel weer: Gij maakt mij het pad des levens be­kend; …

We ontdekken het pad des levens dus niet zelf, door studie of meditatie, maar God maakt ons het pad des levens bekend. Dit ‘bekendmaken’ heeft niets te maken met ‘aankondigen’, ‘proclameren’ of iets dergelijks. Nee, we kunnen het veel beter vertalen met: ‘doen verstaan’, zoals in Deut.29:4  Doch de HERE heeft u geen hart gegeven om te verstaan of ogen om te zien, of oren om te horen, tot op de huidige dag. Ja, zo was het toen Israël nog in de woestijn ronddoolde. Maar de psalmist jubelt het uit: Ik mag het pad des levens verstaan!

We kunnen ‘bekendmaken’ ook nog met ‘zich bewust zijn van’ vertalen, zoals in 1 Kon.2:44 Gij weet al het kwaad, – uw hart is zich daarvan bewust -, dat gij mijn vader David hebt aangedaan; … Verder is ook een heel mooie vertaling: ‘aanwijzen’, zoals in Job 38:12 Hebt gij ooit in uw leven de morgen ontboden, de dageraad zijn plaats aangewezen, …

En het woord ‘pad’ mogen we ook vertalen met ‘wandel’ of ‘levensweg’. Terwijl we het Hebreeuwse woord ‘leven’: ‘chai’, beter kunnen vertalen, als het om mensen gaat, met: actieve levendigheid. Hoe begrijpelijk wordt dan de vreugde die van deze tekst uitstraalt: Gij maakt mij bewust hoe sprankelend het leven is dat U ons schenkt.

Nu gaan we naar de tweede versregel: …; overvloed van vreugde is bij uw aangezicht, … We beginnen bij het laatste gedeelte, want daarin zit de kern van deze regel: bij uw aangezicht. Het woord ‘aangezicht’ is ook te vertalen met ‘tegenwoordigheid, aanwezigheid’. Heel eenvoudig is deze regel daarom te vertalen met: Als we in Uw aanwezigheid zijn dan worden we verzadigd van vrolijkheid en blijdschap.

Alleen in de echte ‘aanwezigheid’ van God is waarheid. Van deze werkelijkheid getuigt koning David. En alleen als wij deze werkelijkheid kennen in ons leven, kunnen ook wij deze woorden uitjubelen…   Als we in Uw aanwezigheid zijn dan worden we verzadigd van vrolijkheid en blijdschap. Wat een zegen als ons huis, als de Gemeente waar wij toe mogen behoren, vervuld is met de aanwezigheid van God, waarvan zowel het Oude – als het Nieuwe Testament getuigen: Gen.28:15  En zie, Ik ben met u en Ik zal u behoeden overal waar gij gaat, … en: Matt.28:20  En zie, Ik ben met u al de dagen tot aan de voleinding der wereld.

Het kan gewoonweg niet op. Want in de aanwezigheid van God is er pure blijdschap en vreugde. Daarom zegt David in de derde regel van dit lied: …, liefelijkheid is in uw rech­terhand, voor eeuwig.

Liefelijkheid heeft niets te maken met ‘zoetigheid’. Nee, dit woord is te vertalen met: ‘aangename, goed klinkende muziek’. Daarbij kunnen we denken aan de woorden van Paulus uit Efeziërs 5:19 …  en spreekt onder elkander in psalmen, lofzangen en geestelijke liederen, en zingt en jubelt de Here van harte. Dit komt zomaar vanzelf, als we verstaan wat de woorden: in uw rech­terhand, inhouden. ‘Rechterhand’ is een Hebreeuws woord met heel veel betekenissen, zoals: ‘recht, rechterhand, rechterzijde, rechts (van richting), zuidwaarts’. Maar figuurlijk betekent het: ‘het recht, het goede beleven in Zijn nabijheid’. Deze laatste regel van dit psalmvers kunnen we dus vertalen met: In Uw nabijheid kunnen we pas echte muziek maken.

En nu nog: voor eeuwig. Het Hebreeuwse woord, dat hier gebruikt wordt, wijst op de inhoud van het eeuwig voortdurende: steeds maar doorgaande begeleiding. Het gaat hier om de eeuwigdurende nabijheid en begeleiding van God, waardoor we van harte vrolijk kunnen zijn.

Als we deze tafeltekst opzeggen, dan willen we dus alle ‘Baäldienst’ voorgoed afzweren om alleen nog maar Gods nabijheid te zoeken tot in ieder detail van ons leven.


 

Bijbeltekst week 2023 – 37

Ik ben de wijnstok, gij zijt de ranken. Wie in Mij blijft, gelijk Ik in hem, die draagt veel vrucht, want zonder Mij kunt gij niets doen.

Johannes 15:5

Wat een prachtige tekst voor deze week. Jezus vergelijkt Zich hier met een wijnstok en degenen die van Hem zijn met de ranken, om daarmee uit te drukken hoe nauw de relatie tussen Hem en ons moet zijn. Even daarvoor heeft Hij dit beeld ook gebruikt, maar dan in relatie tot onze hemelse Vader: Ik ben de ware wijnstok en mijn Vader is de landman. (:1)

Het is goed om te luisteren naar wat Jezus in de eerste verzen zegt, willen we de tekst voor deze week beter begrijpen: Let op wat de Landman (onze hemelse Vader) doet. Hij bekijkt elke rank met grote aandacht. Als Hij ziet, dat er geen vruchten komen aan de rank, dan neemt Hij die tak weg, omdat deze tak niet beantwoordt aan het doel. Want het gaat bij de Landman niet om de ranken maar om de vruchten. Daarom schenkt Hij alle aandacht aan de ranken die wel vrucht dragen.

Vanaf het eerste begin let Hij erop in vreugdevolle zorg, dat de vruchtbare ranken alles krijgen wat ze nodig hebben: lucht, zonlicht; en verder neemt Hij van deze vruchtbare ranken alles weg wat te veel is voor de volle ontwikkeling van de vruchten. Dan bloedt de rank misschien wel even en wellicht begrijpt de rank niet waarom die prachtige zijtakken worden afgeknipt…

Nu de tekst voor deze week:

Ik ben de wijnstok, gij zijt de ranken. Wie in Mij blijft, gelijk Ik in hem, die draagt veel vrucht, want zonder Mij kunt gij niets doen.

Hierin vertelt Jezus hoe het komt dat er takken zijn die veel vrucht dragen. Heel eenvoudig omdat een tak, die niet volledig en gezond met Hem verbonden is, nooit vrucht kan dragen. Er kunnen wel bloesems aan komen, heel veelbelovend, maar na de bloei blijft er niets over.

Zo kunnen ook wij geen vrucht dragen voor Jezus, als wij niet als een rank verbonden blijven met de wijnstok. Evenals de rank geen vrucht kan dragen uit zichzelf, zo kunnen ook wij geen vrucht dragen voor het Koninkrijk, als het leven van Jezus niet door ons heen stroomt!

Als dit tot ons doordringt, wat zullen we dan, bij het lezen van de tekst van deze week, bereid worden om met vreugde en verwondering het snoeimes van de Landman, in ons leven van iedere dag, toe te laten. Omdat het snoeimes van Hem in ons leven een teken is, dat we echt met Jezus verbonden zijn, zoals de rank met de wijnstok. Daarom mogen we vol vertrouwen in de Landman, uitzien naar de vruchten, die heel zeker niet zullen uitblijven.


 

Bijbeltekst week 2023 – 36

HERE, wees ons genadig. Op U hopen wij; wees onze arm elke morgen, ja ons heil in tijd van benauwdheid.

Jesaja 33:2

In de tafeltekst van deze week wordt de kostbare Naam van God gebruikt: HERE.

Altijd als dit woord in de Bijbel met hoofdletters geschreven staat, betekent dit dat hier de Naam van God staat, waarmee Hij Zich bekend heeft gemaakt aan Zijn volk Israël, toen Hij hen uit het slavenhuis redde. Deze Naam van God was niet onbekend. In de geschriften, die Mozes gebruikte om het boek Genesis samen te stellen, komt deze Naam al voor. De oudste geschriften, waaronder de ‘Scheppingshymne’, ontstonden al ruim 2.500 jaar vóór Abraham. En in Mesopotamië liet koning Hammurabi op een hoge zuil zijn wetten schrijven, waartussen het zinnetje staat: de HERE is koning.

In het Hebreeuws staat, net als in het Nederlands, dit woord geschreven met vier letters; medeklinkers, zonder klinkers. Dat is moeilijk uit te spreken voor degenen die de taal niet zo goed kennen. Later heeft men er klinkers aan toegevoegd. Maar niet dié klinkers die bij de Naam horen, maar, uit eerbied voor deze heilige Naam, de klinkers van ‘adonai’: heer. Hierdoor ontstond het woord dat je uitspreekt als Jehova. Maar de diepe betekenis van de werkelijke Naam van God is: ‘de (eeuwig) Bestaande’ of  ‘Ik ben er voor jullie’. Deze rijke betekenis is afgeleid van de basis van deze Naam, die gevormd wordt door het werkwoord ‘zijn’. De betekenis van dit ‘zijn’  is ook heel veelkleurig:

  1.  tot hulp zijn,
  2.  vervullen,
  3.  toebehoren,
  4.  omringen, en ga zo maar door.

De HERE is dus onze God, Die ons ter hulpe is, Die Zijn beloften aan ons vervult, aan wie wij toebehoren, Hij is het, Die ons omringt. Tot deze God richten wij ons gebed: wees ons genadig.

Het werkwoord ‘genadig zijn’ klinkt zo veel warmer als we het, heel terecht, vertalen met ‘genegenheid toedragen’. God ontfermt Zich over ons, omdat Hij ons liefheeft! Als wij bidden: wees ons genadig, dan spreken wij eigenlijk uit, dat wij ons willen overgeven aan Zijn genade: aan Zijn liefdevolle genegenheid.

Op U hopen wij. Dit ‘hopen’ is zo veel anders dan wij het kennen in: nou ja, ik hoop het… We mogen dit Hebreeuwse werkwoord ook best vertalen met: verwachten, vurig uitzien naar.

Wees onze arm elke morgen. Het woord ‘arm’ betekent veel meer: kracht. Zo wordt het ook heel vaak in de Bijbel vertaald.

En elke morgen heeft simpel de betekenis van: altijd, van ogenblik tot ogenblik.

En dan het woord heil. Wat prachtig is dat, als we beseffen dat ook hier weer het Hebreeuwse woord  ‘Jeshoeah’ staat. Dit woord, dat wij vaak vertalen met ‘Jezus’ als eigennaam van onze Heer, betekent Redding, Verlossing.

Dan rest ons nog om het woord benauwdheid te bekijken. Dit woord is ook te vertalen met: nood, verdriet, onrust of moeilijkheid.

Natuurlijk laten we onze tafeltekst staan zoals hij in de Bijbel staat. Maar om de inhoud goed tot ons te laten doordringen volgt hier even een andere vertaling:

God, U die er altijd voor ons wilt zijn, wij zien naar U uit; wees ieder ogenblik van de dag onze sterkte, ja onze verlossing, onze uitredding als we verdrietig, als we onrustig zijn.


 

Bijbeltekst week 2023 – 35

Mijn schapen horen naar mijn stem en Ik ken ze en zij volgen Mij, en Ik geef hun eeuwig leven en zij zullen voorzeker niet verloren gaan in eeuwigheid en niemand zal ze uit mijn hand roven.

Johannes 10:27,28

Het woord ‘schaap’, als dat niet letterlijk voor een stuk kleinvee gebruikt wordt, heeft vaak niet zo’n gelukkige betekenis. ‘Arm schaap’, schaapachtig, enz. …Als in het Nieuwe Testament gesproken wordt over een ‘schaap’ dan wordt daarmee bedoeld: de altijd maar voortgaande – grazende – mens, die er in z’n eentje niet komen kan. Dat beeld wordt doorbroken door wat er op volgt: zij ‘horen naar Mijn stem’.

Dat woord ‘horen’ betekent hier niet: waarnemen, al zou dat al iets heel geweldigs zijn! Stel je toch voor dat we Zijn stem zouden ‘horen’! Nee, het werkwoord ‘horen’ betekent hier meer dan alleen maar ‘opmerken’, het betekent: leren gehoor geven aan onderwijzing of aan een leraar. Daardoor komt er een eind aan het monotone voortjagen in de vanzelfsprekende sleur van iedere dag. De maar voortjakkerende mens wordt, door het gehoor geven aan de Stem van de Herder, tot een wakker en leergierig mensenkind.

Het woord ‘stem’ moeten we ook goed begrijpen. Eigenlijk is het niet meer dan de klank, de toon, het geluid van gesproken woorden.

Wat heeft God al niet vaak tot ons gesproken, door de tijden heen. Ach, je weet wat er gezegd wordt, bij het Bijbellezen, in samenkomsten, … en je graast maar door, als mensen waarvan de Bijbel zegt: die zich te allen tijde laten leren, zonder ooit tot erkentenis der waarheid te kunnen komen (2 Tim.3:7). Ja, dan ‘graas’ je maar door, totdat … je gehoor geeft aan de woorden die al zo vaak geklonken hebben. Dat is het wonder van de werking van de Heilige Geest in ons leven.

Wat zou het rijk zijn als we nu toch werkelijk stoppen met het verburgerlijkte voortjakkerende, grazende christelijke leven en Zijn Woord gaan verstaan! Want dan gaan we Jezus ‘volgen’. Dit betekent: ons als leerling bij Jezus voegen, ons bij Hem aansluiten om achter Hem aan te gaan, waarheen Hij ons ook voeren zal. Pas in dat werkelijk als leerling Hem volgen, zullen we niet verhongeren, geestelijk armoe lijden, maar echt ‘leven’: verkeren in de toestand van iemand die levenskracht heeft of bezield is.

En dat niet maar zo af en toe, maar eeuwig: zonder begin en einde, dat wat altijd geweest is en altijd zal zijn. Dan verzadigen we ons altijd, eeuwig, bij de Bron, die Hij is. Dit maakt dat we niet verloren gaan: vernietigd worden, geheel uit de weg geruimd worden, ten onder gaan, omkomen. Dan blijft er niets van het ‘schaapachtige’ over, nee, dan maakt Hij ons tot een koperen onneembare muur, zoals Jeremia het van God moet zeggen: Dan zal Ik u voor dit volk maken tot een koperen, onneembare muur, en zij zullen tegen u strijden, maar u niet overmogen; want Ik ben met u om u te helpen en te bevrijden, luidt het woord des HEREN (Jeremia 15:20).

Wat een machtig woord van troost en bemoediging voor iedereen die zo’n woord van God meekrijgt, ook voor deze tijd, en het verdere leven in…

Jezus besluit Zijn woorden met: … en niemand zal ze uit mijn hand roven. Het werkwoord ‘roven’ betekent: grijpen, met geweld wegnemen, beslag leggen op. Als we door het gehoor geven aan de woorden van Jezus veranderen in leerlingen van de Allerhoogste, dan zijn we zó veilig in Zijn Hand, dat niemand ons daaruit kan roven. Dan hoeven we dus nooit meer op onszelf te passen, voor onszelf op te komen… Wat zal er dan veel tijd overblijven, vrij komen, om ons geheel te gaan wijden aan de geweldige opdracht die Hij ons geeft:

Voor de grote mensen-kudde, die voortjagend de (zelf)vernietiging tegemoet ‘graast’ een waarschuwingsteken en Zijn getuigen te zijn.


 

Bijbeltekst week 2023 – 33

Want mijn gedachten zijn niet uw gedachten en uw wegen zijn niet mijn wegen, luidt het woord des HEREN.

Jesaja 55:8

Omdat de tafeltekst voor deze week met het woordje ‘Want’ begint, moeten we, om de betekenis goed te verstaan, teruggaan naar de vorige tekst: De goddeloze verlate zijn weg en de ongerechtige man zijn gedachten en hij bekere zich tot de HERE, dan zal Hij Zich over hem ontfermen – en tot onze God, want Hij vergeeft veelvuldig. (Jesaja 55:7)

In deze tekst wordt gesproken over een ‘goddeloze’ en over een ‘ongerechtige man’. De taal van de profeet Jesaja is vaak heel dichterlijk. We moeten hierbij niet denken aan twee verschillende soorten van mensen. Bij ‘goddeloze’ gaat het niet direct over mensen die zonder God leven – in het Hebreeuwse woord ‘goddeloos’ is het woord ‘God’ helemaal niet terug te vinden -, maar gewoon over ons mensen, die boosaardig zijn, schuldig staan (tegenover God en mens), en het woord ‘ongerechtige’ wijst op mensen die een heilloze weg gaan, een onvruchtbaar leven lijden.

Jesaja doelt hier op alle mensen, die God niet kennen in hun levenswandel. Hij raadt ze aan om te stoppen met die eigen gekozen wegen te gaan en vooral te stoppen met ‘eigen gedachten’. Het is mooi om even aandacht te besteden aan het Hebreeuwse woord voor ‘gedachten’: naast de goede vertaling van ‘gedachten’ is het ook te vertalen met ‘plannen, bedenksels, uitvindingen’.

Maar hoe kom je daar toch allemaal van af?!

Jesaja vertelt ons dat dit heel eenvoudig is: hij bekere zich tot de HERE. Het woord ‘bekeren’ betekent: omkeren, terugkeren of terugkomen. Hoe we het ook vertalen, het betekent heel duidelijk: rechtsomkeert! Dus: ‘geheel anders’ . . . terugkeren naar God, die op ons wacht. Pas dán zullen we ervaren hoe Hij Zich over ons ‘ontfermt’. ‘Ontfermen’ betekent naast ‘ontfermen’ vooral ook ‘van harte liefhebben’.

De centrale boodschap van Jesaja in deze twee verzen is, dat we ons moeten bekeren, teruggaan naar God. En dit is alleen mogelijk, niet door veel te bidden en Bijbel te lezen, maar door te luisteren naar Zijn Stem en ons niet meer te laten leiden door al onze eigen slimme plannen en gedachtewerelden. Bidden en Bijbellezen kan hierbij een geweldige sprong in de goede richting zijn…

Want, en nu komen we bij onze tafeltekst aan: mijn gedachten zijn niet uw gedachten en uw wegen zijn niet mijn wegen. Bij echte bekering is het dus onmogelijk om nog iets van onze eigen plannen en denkwerelden mee te nemen: En hij (Levi) liet alles achter, stond op en volgde Hem. (Lukas 5:28)  Hierbij komen ook de woorden van Paulus naar boven: Maar gij geheel anders: gij hebt Christus leren kennen. (Efeziërs 4:20 En in zijn brief aan de Romeinen schrijft hij:  En wordt niet gelijkvormig aan deze wereld, maar wordt hervormd door de vernieuwing van uw denken, opdat gij moogt erkennen wat de wil van God is, het goede, welgevallige en volkomene. (Rom.12:2)

De tafeltekst voor deze week leert ons te beseffen dat, wanneer we geboeid raken door de openbaring van Jezus Christus in ons leven, we zullen gaan ervaren dat dán struikelen niet meer erg is: want Hij vergeeft veelvuldig.


 

Bijbeltekst week 2023 – 32

Werkt niet om de spijs, die vergaat, maar om de spijs, die blijft tot in het eeuwige leven, welke de Zoon des mensen u geven zal; want op Hem heeft God, de Vader, zijn zegel gedrukt.

Johannes 6:27

Onze tafeltekst begint met iets wat we vooral niet moeten doen: werken om spijs, die vergaat. Het werkwoord ‘werken’ kunnen we ook vertalen met: tot stand brengen, bezig zijn met.

Het woord ‘spijs’ heeft, naast de algemene betekenis van ’dat wat gegeten wordt’, in de christelijke literatuur vaak de betekenis in geestelijke zin van: voedsel, dat de ziel verfrist, voedt en onderhoudt.  Jezus waarschuwt ons er voor dat er ziele-voedsel is, dat ‘vergaat’. De betekenis van dit werkwoord verwijst niet zo zeer naar de ‘vergankelijkheid’, de tijd-gebondenheid, maar heeft veel meer een actieve betekenis van: vernietigend, geheel uit de weg ruimend, verwoestend.

De Heer waarschuwt ons dat er dus in de religieuze sfeer voedsel wordt aangeboden, dat het zielenleven kan verwoesten. Daar mogen we ons dus niet mee bezighouden, niet aan meewerken! Maar hoe weten we welke spijs, welk godsdienstig aanbod, hiermee bedoeld wordt?

Jezus heeft gezegd: Ik ben het brood des levens; wie tot Mij komt, zal nimmermeer hongeren en wie in Mij gelooft, zal nimmermeer dorsten. (Johannes 6:35)  Als we deze woorden voor ogen hebben, dan verstaan we dat alles wat ons niet dichter bij Jezus brengt en alles wat ons vertrouwen in Hem niet versterkt ons zielenleven vernietigt.

Waar zijn we, dag in dag uit, uur na uur, in Gods Naam mee bezig?

Jezus waarschuwt ons om te stoppen met dit zinloos bezig zijn, met dit onvruchtbaar bestaan. Hij roept ons op om voortdurend bezig te zijn met het tot stand brengen, met het voortbrengen van ‘spijs die de ziel verfrist en onderhoudt’, want dan werken we, zijn we bezig met een ‘spijs’, die eeuwig blijft. D.w.z. een ‘spijs’ die niet verdwijnt, maar altijd blijft bestaan: tot in het ‘eeuwige leven’. Dat is een actief en krachtig leven, altijd ‘fris en sprankelend’, dat geen begin kent en geen eind. Wie dit gaat verstaan wordt voor altijd bevrijd van dat zgn. hemelse beeld: schone witte jurken, altijd schone nagels en geen eelt op de vingers ondanks dat eeuwig spelen op gouden harpen . . .  Echt leven is ‘krachtig’; niet in de wereldse zin van spierkracht, maar ‘bruisend’ en ‘betrokken’. Jezus zegt heel duidelijk dat dit ‘leven’ niet pas komt na de dood, maar er nu al mag zijn, en even krachtig zal blijven tot in de eeuwigheid.

Het werkwoord ‘geven’ staat in de tafeltekst in de ‘aantonende wijs’; een werkwoordsvorm die een handeling aangeeft, die werkelijk plaatsvindt. Hier dus: de Zoon des Mensen geeft deze spijs, dit voedsel voor onze ziel, voor nu en tot in het leven hierna.

Achter deze rijke belofte staat: want op Hem heeft God, de Vader, zijn zegel gedrukt.

God heeft Jezus van Nazareth aangewezen als de beloofde Messias, door de tekenen en wonderen die Hij destijds heeft verricht. Maar ook in onze tijd drukt God Zijn zegel op Hem. Hij wijst Jezus aan als Degene die de ware ‘spijs’ aan ons geeft: Hij is met ons, tot aan de voleinding der wereld. (Matt.28:20) Dit beleven we, waar wij Zijn nabijheid ervaren, in moeite, pijn, maar ook in blijdschap en verwondering.

Wat een zegen, dat Hij ons een Gemeente geeft, waar we telkens opnieuw de vervulling van deze, broodnodige, belofte mogen ervaren!


 

Bijbeltekst week 2023 – 31

En laten wij op elkander acht geven om elkaar aan te vuren tot liefde en goede werken.

Hebreeën 10:24

Deze week worden we door onze tafeltekst opgeroepen om: op elkander acht te geven. Dat kan je op velerlei wijzen doen. Vaak wordt dat helemaal verkeerd gedaan. Want wat letten we maar al te graag op wat er ontbreekt of verkeerd is in de ander. Jezus zei hier over: Hoe kunt gij tot uw broeder zeggen: Broeder, laat mij de splinter, die in uw oog is, wegdoen, terwijl gij de balk, die in uw eigen oog is, niet ziet? Huichelaar, doe eerst de balk weg uit uw oog en dan zult gij scherp kunnen zien om de splinter in het oog van uw broeder weg te doen (Lukas 6:42).  Deze manier van acht geven op elkaar is dus een eigenschap van huichelaars… en dat willen we toch echt niet zijn!?

Nee, dit ‘op elkander acht geven’ heeft niets te maken met dit schijnheilige gepeuter aan de ander. Het heeft te maken met de ‘volle aandacht schenken’ aan de ander, niet om te zien wat er mogelijkerwijze ontbreekt, maar om ervoor zorg te dragen dat in de ander iets moois gaat ontstaan: liefde en goede werken.

Het woord ‘liefde’ heeft niets te maken met de betekenis die het in de gangbare taal heeft. Daar wordt van liefde gesproken als het gaat om het geboeid zijn in de andere sekse. Deze liefde, ‘eros’,  zelfs in de mooiste zin van het woord, komt in de Bijbel niet voor! Want het woord ‘eros’ betekent: verlangen, begeerte. Als er in de Bijbel gesproken wordt over liefde, dan is het altijd over de liefde die vrij is van de hebzucht, van de begeerte. Het woord ‘liefde’ dat in onze tekst gebruikt wordt, heeft te maken met: broederlijke liefde, genegenheid, het goedgezind zijn, welwillendheid.

De tekst van deze week roept ons op om ons zodanig te wijden aan elkaar, dat daardoor deze ‘broederliefde, de genegenheid en welwillendheid’ het juist gaat winnen van de hebberigheid. De hartstocht is een vuur, dat ontbrandt als gevolg van de fantasiewereld waarin we vluchten als we ons ongelukkig voelen. En natuurlijk wordt in de Bijbel niet gesproken over dit verterend vuur wat alles in brand zet wat maar branden kan…

De tafeltekst spreekt van een heel ander ‘aanvuren’. Dit aanvuren heeft de betekenis van aansporen, bemoedigen, richten op. De gezindheid waarmee we ‘acht slaan’ op de ander is dus niet aandacht-trekkerig, maar: richtend op het doel, het doel wat God met het leven van de ander heeft. En dat maakt dat het wegvluchten in hebberige fantasieën weggespoeld wordt door de liefde van God, die je niet uitkleedt, maar juist bekleedt met waardigheid en geluk! De aandacht die God wil dat we aan elkaar schenken, beknelt niet, maar vuurt aan om je te wijden aan de broederliefde; aan echte betrokkenheid en het ‘goedgezind zijn naar de ander toe’, waardoor we ruimte schenken aan elkaar om tot die volle ontplooiing te komen. Pas dan wordt de weg voor ons, door elkaar, geopend om tot datgene te komen wat de Bijbel weergeeft in het begrip: goede werken. Dit begrip komt 14 keer voor in het Nieuwe Testament. Er wordt nooit omschreven wat het inhoudt. Maar als we het zouden willen omschrijven, dan zouden we zeggen dat alle goede werken heel eenvoudig zijn samen te vatten in: alles wat je doet om de ander tot volle ontplooiing te brengen.

Dan ontstaat er weer een heel mooie vertaling van onze tafeltekst, die we hier dan ook graag neerschrijven: Laten we zo aandacht aan elkaar besteden, dat we elkaar aansporen om onbaatzuchtig lief te hebben en elkaar de ruimte te bieden om elkaar op te bouwen, geschikt te maken, voor het Koninkrijk van God.


 

Bijbeltekst week 2023 – 30

Doch wij hebben niets van doen met nalatigheid, die ten verderve leidt, doch met geloof, dat de ziel behoudt.

Hebreeën 10:39

De tafeltekst voor deze week begint met een reactie op de voorgaande tekst, waar staat: … en mijn rechtvaardige zal uit geloof leven; maar als hij nalatig wordt, dan heeft mijn ziel in hem geen welbehagen.

Wat wordt bedoeld met een ‘rechtvaardige’? We zouden dit woord ook kunnen vertalen met: iemand wiens wijze van denken, voelen en doen geheel in overeenstemming is met de wil van God; iemand zonder zijwegen. Zulke mensen leven uit geloof. Dat betekent, dat zij in alles op God vertrouwen. Dat zijn mensen die, wakker, telkens weer, in iedere nieuwe situatie, deze keuze maken, deze beslissing nemen. Daarin kun je dus ‘nalatig worden’. Dat betekent heel eenvoudig: uit vrees aarzelen te bekennen dat je gelooft, dat je in alles op God vertrouwt.

Dit is een gruwel voor God; dan heeft God geen ‘welbehagen’ in zo’n persoon . . ., dan kan God hem, wegens zijn onbetrouwbaarheid, niet ‘gunstig gezind zijn’. De schrijver van de Hebreeënbrief reageert heel fel op deze gedachte met de woorden van onze nieuwe tafeltekst: Doch wij hebben niets van doen met deze misselijke instelling. We zouden dit ’nalatig zijn’ ook kunnen vertalen met: zich vreesachtig, stilletjes, terugtrekken van een stuk verantwoording . . .

Als we de komende week deze tekst aan tafel opzeggen, dan beseffen we dat we radicaal gebroken hebben met deze vreesachtigheid, dit ontlopen van de verantwoording om in alles Zijn getuigen te zijn! Want we weten dat dit volkomen ‘ten verderve leidt’! Anders vertaald: volslagen tot ondergang brengt. Deze ‘nalatigheid’ heeft, door de eeuwen heen, het geloofsgetuigenis van de gelovigen volkomen teniet gedaan. Door de eeuwen heen zijn de woorden van onze tafeltekst onomwonden gebleken waar te zijn! De kerk der eeuwen is zijn daadkracht kwijt en als wij niet oppassen, gebeurt hetzelfde met ons: Gods goedgunstigheid ebt weg uit de praktijk van ons dagelijks leven!

Als wij de tafeltekst opzeggen, dan hebben we dus een besluit genomen om te breken met dat ons vreesachtig terugtrekken. Nee! We zullen gaan staan in het geloof, in het vertrouwen, dat Gods openbaring in ons leven heeft gewekt: Hij zal Zijn plannen volvoeren! Daar willen we bij betrokken zijn. Zijn Woord zal ons leven bepalen en niet ons lafhartig eigen denken!

We zouden onze tafeltekst weer even heel anders kunnen vertalen, in de hoop dat het een verfrissende, wakker schuddende uitwerking heeft op ons leven van iedere dag van deze week en op de rest van ons leven dat nog voor ons ligt: Doch wij hebben niets te maken met een zich vreesachtig, stilletjes terugtrekken, wat tot een volslagen ondergang leidt, maar met een vast vertrouwen in God, die Heer is over alles, zodat het echte leven steeds meer gestalte krijgt.


 

Bijbeltekst week 2023 – 29

Ik heb de stangen van uw juk verbroken en u rechtop doen gaan.

Leviticus 26:13

De tafeltekst voor deze week is het tweede gedeelte van een vers. Daarom eerst aandacht voor de hele tekst: Ik ben de HERE, uw God, die u uit het land Egypte heb geleid, opdat gij hun niet meer tot slaven zoudt zijn; Ik heb de stangen van uw juk verbroken en u rechtop doen gaan. De persoon die tot ons spreekt is dus: de HERE, uw God. De naam HERE is de Naam van God waarmee Hij zich aan Israël bekend heeft gemaakt ten tijde dat Hij hen uit Egypte, uit het slavenhuis, verloste.

De apostel Paulus zegt: (Galaten 5:1) Opdat wij waarlijk vrij zouden zijn, heeft Christus ons vrijgemaakt. Houdt dus stand en laat u niet weder een slavenjuk opleggen. Zowel in het Oude als in het Nieuwe Testament bewerkt de ontmoeting met de levende Here, dat we verlost worden van een slavenjuk.

Wat is dat slavenjuk dan? Het is het leven onder het juk van de wereldgeesten: (Galaten 4:3Zo bleven ook wij, zolang wij onmondig waren, onderworpen aan de wereldgeesten. Deze wereldgeesten binden ons aan, wat de Bijbel noemt, het tijdgebonden leven.

De wereldgeesten gaan uit van de vorst der duisternis, waarvan Petrus zegt: (1 Petrus.5:8Uw tegenpartij, de duivel, gaat rond als een brullende leeuw, zoekende wie hij zal verslinden.

Hoe meer we door God met Zijn levenslicht omstraald worden (Job 33:30), hoe meer we ontdekken dat we gewend waren aan dit door de duivel verslonden worden. Het is een zuigende kracht naar alles wat de wereldmachten ons aanbieden. Hierdoor verzwakt het verlangen naar God en naar het leven dat Hij biedt. Het mag een wonder heten als we dan toch nog het roepen van God gaan verstaan en ons omkeren, ons bekeren tot Hem die ons roept…

God heeft ons, midden in deze wereld, de Gemeente van Christus gegeven. De Gemeente van Christus is en wordt door Hemzelf gebouwd. Overal waar vol ontzag wordt gezegd: ‘Gij zijt de Christus, de Zoon van de levende God’, daar bouwt Jezus, onze opgestane Heer, Zijn Gemeente: (Mattheus 16:18) En Ik zeg u, dat gij Petrus zijt, en op deze petra (op dit getuigenis) zal Ik mijn gemeente bouwen en de poorten van het dodenrijk zullen haar niet overweldigen.

De Gemeente van Christus bouwt geen kathedralen; het is meestal een eenvoudige huisgemeente: (Romeinen 16:5) Groet insgelijks de gemeente bij hen aan huis. Daar worden mensen niet gebonden aan een bepaalde leer of dogmatiek, maar aan Jezus Zelf, Die beloofd heeft: (Mattheus 28:20) En zie, Ik ben met u al de dagen, tot aan de voleinding der wereld. En: (Handelingen 18:10) … want Ik ben met u en niemand zal het op u toeleggen om u kwaad te doen, want Ik heb veel volk in deze stad.

Het is onze levende Here die ons bevrijdt van ieder slavenjuk, en ons stelt in de vrijheid waarvan ook Paulus spreekt! (Galaten. 5:1)

En dan komen we bij de tafeltekst van deze week: Ik heb de stangen van uw juk verbroken en u rechtop doen gaan.

Als we Gods liefde in ons leven toelaten, dan kan Satan ons niet meer beangstigen, maar dan voelen we ons veilig en geborgen in Hem. Dan tilt Hij ons op uit ons slavenbestaan: het leven volgens regels en voorschriften van mensen (Kolossenzen 2:22), en dan doet Hij ons rechtop gaan. Dit werkwoord ‘gaan’ omschrijft zoiets als: wandelen, maar nog meer dan dat: meegaan, volgen, verder gaan; Zijn toekomst tegemoet…


 

Bijbeltekst week 2023 – 28

Niemand zoeke het zijne, maar wat des anderen is.

1 Korintiërs 10:24

De tafeltekst voor deze week lijkt heel eenvoudig, maar dat is niet het geval. Natuurlijk staat deze tekst weer in een bepaald verband. Daar gaan we dus even naar kijken.

Onze tekst staat achter een, voor velen vaak schokkend, woord van Paulus: Alles is geoorloofd, maar niet alles is nuttig. Alles is geoorloofd, maar niet alles bouwt op. (1 Korintiërs 10:23) Dit is een woord dat heenwijst naar een onbeperkte vrijheid: Alles is geoorloofd, maar gelukkig met daarop volgend een beperking: maar niet alles is nuttig, maar niet alles bouwt op.

De beperking van deze onbeschrijfelijke vrijheid van de gelovige is: de zorgvuldigheid naar de ander. Dit laatste blijkt weer uit wat volgt op onze tafeltekst: vers 29-33 Want waartoe zou mijn vrijheid beoordeeld worden door eens anders geweten? Indien ik onder dankzegging van iets gebruik maak, hoe kan men kwaad van mij spreken over iets, waarvoor ik dankzeg? Of gij dus eet of drinkt, of wat ook doet, doet het alles ter ere Gods. Geeft noch aan Joden, noch aan Grieken, noch aan de gemeente Gods aanstoot; zoals ook ik allen in alles ter wille ben, niet om mijn eigen belang te zoeken, maar dat van zeer velen, opdat zij behouden worden.

Uit alles wat de apostel Paulus vertelt in dit gedeelte blijkt overduidelijk, dat de vrijheid waarmee Christus ons heeft vrijgemaakt, alleen maar te beleven is als we leven in de gezindheid die Christus ons schenkt: Want gij zijt geroepen, broeders, om vrij te zijn; (gebruikt) echter die vrijheid niet als een aanleiding voor het vlees, maar dient elkander door de liefde. (Galaten 5:13)

Wonderlijk dat het hele verhaal van Paulus over het ‘vleeshuis’ dus eigenlijk alleen gaat om duidelijk te maken wat in onze tafeltekst staat! Alleen zó kunnen we de inhoud van deze tekst pas echt goed begrijpen. Want het werkwoord ‘zoeken’ in onze tafeltekst betekent vooral: door beredeneren en onderzoeken naar iets streven, maar ook: eisen van een ander. Niemand zoeke het zijne, zouden we daarom ook kunnen vertalen met: niemand eise van de ander te zijn als jij . . . En om de hele tekst in deze stijl af te maken wordt het dan: Eis niet van de ander te zijn als jij, maar heb belangstelling, onderzoek wat goed is voor de ander.

Laat deze ‘vertaling’ nu eens rustig tot je doordringen, dan ga je pas goed begrijpen wat Paulus met alles wat hij over het ‘vleeshuis’ vertelt, bedoelt. Maar dan begrijp je ook dat hij dat hele verhaal alleen maar als voorbeeld heeft verteld om de kostbare inhoud van onze tafeltekst aan de lezers van zijn brief duidelijk te maken.

Wat zou ons leven – en daardoor het leven van de ander – er anders uitzien, als deze gezindheid ons meer bezielde! Dan zouden wíj meer van onze vrijheid genieten en zou onze vrijheid de ander nooit beknellen, maar verlangend maken om, net als wij …, door Christus waarlijk vrijgemaakt te worden van elk moralistisch denken over onszelf en over anderen.

Laten we bidden dat we gedurende deze week, door het opzeggen van onze tafeltekst, gaan verlangen om meer uit deze vrijheid te leven ten dienste van de ander!


 

Bijbeltekst week 2023 – 27

Simon Petrus antwoordde Hem: Here, tot wie zullen wij heengaan? Gij hebt woorden van eeuwig leven; en wij hebben geloofd en erkend, dat Gij zijt de Heilige Gods.

Johannes 6:68,69

Petrus geeft hier antwoord op een vraag van Jezus: Gij wilt toch ook niet weggaan? Deze vraag van Jezus was heel begrijpelijk. Hij sprak tot Zijn discipelen rechtstreeks, dus zonder gelijkenissen, over de geheimenissen van het Koninkrijk van God. Het waren woorden die wij ook graag horen, maar voor mensen die God alleen maar kennen vanuit overlevering, die geen persoonlijke ontmoeting met Jezus hebben gehad, voor hen zijn deze woorden, zelfs al zijn ze volgelingen van Jezus, niet te begrijpen. En als ze er iets van begrepen, konden ze eigenlijk alleen maar zeggen: Deze rede is hard; wie kan haar aanhoren? (Joh.6:60)  En een paar verzen later staat er dan ook:  Van toen af keerden vele van zijn discipelen terug en gingen niet langer met Hem mede. (Joh.6:66)

We weten niet hoeveel het er waren die heengingen, maar misschien waren alleen de apostelen, zij die uit de discipelschare door Jezus waren uitgekozen, overgebleven…

Eigenlijk had Jezus niet veel mensen om Hem heen die Hem echt begrepen. En de vraag gericht tot de apostelen: Gij wilt toch ook niet weggaan? werd natuurlijk weer door Petrus beantwoord. Het was dit keer geen direct antwoord: ‘Natuurlijk niet!’  Nee, het antwoord was wel doordacht.

Misschien stond Petrus ook wel heel dicht bij de gedachte om maar met de anderen mee te gaan, naar huis, weer vissen, zoals vroeger…

Maar hij besefte dat het nooit meer als vroeger zou worden. Want een heilige onrust had hem aangegrepen: de Woorden van Jezus hadden zijn leven veranderd. En daardoor wist hij dat er geen weg meer terug was: Gij hebt woorden van eeuwig leven.

Als Jezus sprak, was dat zo anders dan zij van de Schriftgeleerden gewend waren: … want Hij leerde hen als gezaghebbende en niet als hun schriftgeleerden. (Mattheüs 7:29)  De woorden van Jezus waren eenvoudig, niet geleerd, maar onweerstaanbaar voor wie naar God vroegen: En zij stonden versteld over zijn leer, want zijn woord was met gezag. (Lukas 4:32)  Het Griekse woord voor ‘gezag’ is heel wat anders dan ‘macht’: het heeft te maken met iets als ‘bevrijdende autoriteit’. De woorden van Jezus waren heel rechtstreeks, maar legden geen druk op de ziel van een mens die werkelijk naar God zocht, die Zijn Koninkrijk verwachtte. De woorden van Jezus brachten scheiding tussen religieuzen en echt gelovigen. De religieuzen konden het niet langer aanhoren, maar degenen die echt God liefhadden, konden niet meer terug: alleen maar verder, achter Hem aan! In de ban van Zijn liefde…

Voor ons mag het geen dogma of bewering zijn: Jezus is de Heilige Gods. Want een dogma, hoe boeiend ook omschreven, heeft geen ‘bevrijdend gezag’. Maar als we Jezus’ werk in en onder ons zijn gaan zien, dan kunnen ook wij, net als Petrus, niet meer terug; verder en verder, achter Hem aan, tot Hij komt!


 

Bijbeltekst week 2023 – 26

En de HERE zal u voortdurend leiden, u in dorre streken verzadigen en uw gebeente krachtig maken; dan zult gij zijn als een besproeide hof en als een bron waarvan het water niet teleurstelt.

Jesaja 58:11

We hebben het wel vaker gezegd, maar toch is het goed ons er weer even aan te herinneren waarom we iedere week een tafeltekst hebben. Onze maaltijden mogen ontmoetingen met God en met elkaar zijn (worden). Dat is de diepe inhoud van de woorden van Jezus uit Johannes 21:12  Jezus zeide tot hen: Komt en houdt de maaltijd.

Dit was niet het ‘Heilig Avondmaal’, maar een gewone maaltijd, die ongewoon werd door de aanwezigheid van Jezus en daardoor tot een gewone, heilige maaltijd werd. Er was geen bijzonder brood en geen bijzondere wijn, maar al het gewone wordt geheiligd door het Woord van God en door het gebed:1 Timotheüs 4:4,5 Want alles wat God geschapen heeft, is goed en niets daarvan is verwerpelijk, als het met dankzegging aanvaard wordt, want het wordt geheiligd door het woord Gods en door gebed.

Echt maaltijd houden, zoals God het voor ons bedoelt, is een heilig gebeuren, een samen komen voor Zijn aangezicht. Het wordt een heilig gebeuren door de maaltijd te ‘omkleden’ met het Woord van God en met het gebed. Het gebed moet dan ook echt een gebed, een spreken met God zijn en de tafeltekst echt Woord van God. Zowel het gebed als de tekst zullen echt zijn, als we verwonderd zijn en ons gelukkig prijzen dat we elkaar in Jezus mogen ontmoeten tijdens het houden van de maaltijd (Joh. 21:12).

En nu dan nog iets over de tafeltekst van deze week. De inhoud van deze tekst dringt pas volkomen tot ons door als we deze woorden in ons hart laten staan in het geheel van de woorden van Jesaja. Daarom is het goed om gedurende dit weekend heel het gedeelte van Jesaja 58 te lezen voordat we de nieuwe week in gaan.

We lezen hier de twee voorafgaande teksten: Jesaja 58:9,10 Wanneer gij uit uw midden het juk wegdoet, het wijzen met de vinger en het spreken van boosheid nalaat, wanneer gij de hongerige schenkt wat gij zelf begeert en de verdrukte verzadigt, dan zal in de duisternis uw licht opgaan en uw donkerheid zal zijn als de middag. En….  Er is dus een duidelijke voorwaarde verbonden aan de rijke belofte van onze tafeltekst!

Wanneer gij uit uw midden het juk wegdoet,… Als in de Bijbel ‘het juk’ figuurlijk wordt gebruikt, dan wordt daar altijd mee bedoeld: het juk van onderdrukking. En let vooral op de zinsnede: uit uw midden. Als de een zich te midden van de anderen verheft, worden we een bedreiging voor elkaar. Dan is er sprake van het juk van onderdrukking.

Is het niet verschrikkelijk, als we met de vinger naar elkaar wijzen, boze woorden spreken over elkaar, en elkaar een juk opleggen, een last, in plaats van elkaar op te beuren, te bemoedigen en te vertroosten. Is het niet huiveringwekkend dat, terwijl God Zijn Geest der vertroosting en bemoediging geeft, we nog de moed hebben het omgekeerde met elkaar te doen? Als we de hongerige en de verdrukte onder ons niet geven wat we zelf begeren, dan maken we de hemel van koper!

Hiervan verlost God ons niet, maar Hij nodigt ons uit om dit zelf uit ons midden weg te bannen opdat…Ja dán pas wordt onze tafeltekst actueel en gaan we verstaan met wat voor een passie, met welk een verlangen God dán deze woorden tot ons spreekt:

En de HERE zal u voortdurend leiden, u in dorre streken verzadigen en uw gebeente krachtig maken; dan zult gij zijn als een besproeide hof en als een bron, waarvan het water niet teleurstelt.


 

Bijbeltekst week 2021 – 24

Maar wie de HERE verwachten, putten nieuwe kracht; zij varen op met vleugelen als arenden; zij lopen, maar worden niet moede; zij wandelen, maar worden niet mat.

Jesaja 40:31

De tafeltekst voor deze week begint met ‘Maar’. Er staat dus iets voor, wat belangrijk is. Jongelingen worden moede en mat, zelfs jonge mannen struikelen (Jesaja 40:30). In tegenstelling met wat hier vermeld staat, volgt dan onze tekst: maar wie de HERE verwachten…

Ach, wat zijn we vaak moe! Het leven is ook zo ‘heftig’ zeggen we dan vaak. Ook in deze tijd: zoveel nieuwe situaties, zoveel om over na te denken. Wat fijn dat in de Bijbel staat dat zelfs jongelingen moe en mat worden en struikelen. Graag zetten we dan een punt, maar onze tafeltekst zet een komma! ‘…, maar wie de HERE verwachten,…’

Dan rijst de vraag: verwachten wij de HERE nu werkelijk, of is het slechts een godsdienstige gedachte? Wat zou het ons goed doen, als we de moed hadden, om ons voor Gods aangezicht af te vragen of we eigenlijk wel in de praktijk van ons dagelijks leven echt Hem verwachten.‘Leer ons U meer verwachten, Heer’, zou dan ons gebed mogen worden. Het mag ook het gebed van deze komende week worden! Hij alleen immers kan ons leren wat het inhoudt om Hem echt te verwachten. We hebben de zalving van Gods Geest nodig om te leren leven en van daaruit op Hem te vertrouwen, Die de Bron van alle leven is!

Echt verwachten zet je in beweging, want ‘verwachten’ betekent ook ‘uitzien naar’ en het betekent nog meer. In de Bijbel wordt dit werkwoord ook wel vertaald met: ‘verzamelen, samenbinden’. Wat een rijkdom om te beseffen dat het verwachten van de HERE ons samenbindt, ons verenigt. Ja, dat geeft eigenlijk op zich zelf al nieuwe kracht. En het woord ‘kracht’ mag ook vertaald worden met ‘mogelijkheid’. Het verwachten van de HERE schept dus nieuwe mogelijkheden, maakt ons creatief!

Als je de diepe inhoud van deze tafeltekst tot je laat doordringen, dan strek je de kromme schouders en ga je diep adem halen, verwachtingsvol uitziende naar wat Zijn komst toch eigenlijk allemaal wel zal inhouden. En het vervolg van onze tafeltekst wijst ons in de goede richting. Daarom is het misschien wel goed om de hele tekst met elkaar op te zeggen, bij iedere maaltijd van deze week: zij varen op met vleugelen als arenden; zij lopen, maar worden niet moede; zij wandelen, maar worden niet mat.


 

Bijbeltekst week 2021 – 23

Want bij U is de bron des levens, in uw licht zien wij het licht.

Psalm 36:10

Deze tekst begint met ‘Want’ en daarom moeten we wel het voorgaande aandachtig lezen om niet aan de kostbaarheid van onze weektekst voorbij te gaan:

Hoe kostelijk is uw goedertierenheid, o God; daarom schuilen de mensenkinderen in de schaduw uwer vleugelen; zij laven zich aan het vette van uw huis, Gij drenkt hen met de stroom van uw liefelijkheden. (Psalm 36:8,9) 

Het woord ‘kostelijk’ betekent: prachtig, gewichtig, invloedrijk. De goedertierenheid van God moet voor ons dus kostbaar zijn, in de zin van: levensbepalend. Het woord ‘goedertierenheid’ is zo ouderwets, dat we misschien beter kunnen zeggen: trouw, of vriendschap, genegenheid. En dat er achter staat: o God, betekent dus dat we tegen God zeggen dat Zijn trouw en Zijn vriendschap ons leven bepalen.

Ja, als dat zo is, dan is het vanzelfsprekend dat we maar al te graag bij Hem ‘schuilen’. Dit betekent dat we in alles ‘ons vertrouwen stellen’ op Hem, want dat is de diepste betekenis van het Hebreeuwse werkwoord. Dan zoeken we dus onze toevlucht ‘in de schaduw van Zijn vleugelen’. Voor dit woord kunnen we ook iets anders zetten, wat alles wat minder poëtisch maar realistischer maakt. In Ezechiël staat het vertaald met: slip van Uw kleed. (Ezechiël 16:8) Ik spreidde de slip van mijn kleed over u en bedekte uw naaktheid, Ik ging onder ede een verbond met u aan, luidt het woord van de Here HERE; zo werdt gij de mijne. We moeten dat hele stuk uit Ezechiël maar eens lezen deze week. Misschien gaat het dan een beetje tot ons doordringen wat Gods liefde voor ons doet: onze naaktheid bedekken. (Dus niet ontbloten!)

Dan komen we het werkwoord ‘laven’ tegen.

Heel gewoon vertaald betekent dat: doordrenkt worden, dronken zijn. God dompelt ons dus onder in ‘het vette van Zijn huis’. Het ‘vette’ is afgeleid van een werkwoord, dat betekent: overvloedig verkwikken of zalven. Hij neemt ons dus op in Zijn huis, maakt ons tot ‘huisgenoten Gods in de Geest’, zoals de apostel Paulus het zegt: Zo zijt gij dan geen vreemdelingen en bijwoners meer, maar medeburgers der heiligen en huisgenoten Gods…(Efeze 2:19).

Daarna volgt: Gij drenkt hen met de stroom van uw liefelijkheden. Het ‘drenken met de stroom’ wordt met één woord weergegeven: Nahal. Dit betekent een rivierbedding. We kunnen dit gedeelte dus ook vertalen met: Gij bedt ons in in Uw liefelijkheden.

En dan komen we nu bij onze tekst voor deze week. Heel de rijkdom van de vorige verzen wordt hier samengevat: Want bij U is de bron des levens, in Uw licht zien wij het licht. Bovengenoemde tafeltekst nodigt ons uit om onze ogen te richten op Gods licht over alles wat er in deze ondergaande wereld te koop is, want dan zien we, onderscheiden we, wat waarheid en leugen is. Als we ons door Gods licht laten omstralen, doorzien we de valse schijn. En dan willen we niet anders dan ons graag laten inbedden in de ruimte van Gods huis. Alleen door het verzoenend sterven van Jezus te ondergaan, brengt het Licht van God ons in Zijn Huis.


 

Bijbeltekst week 2021 – 23

En dit is zijn gebod: dat wij geloven in de naam van zijn Zoon Jezus Christus en elkander liefhebben, gelijk Hij ons geboden heeft.

1 Johannes 3:23

De tafeltekst voor de komende week begint met: En dit is zijn gebod:… Wij denken bij het woord ‘gebod’ meestal aan een bevel, maar in de Bijbel betekent het veel meer: opdracht, voorschrift. Het woord is afgeleid van een werkwoord dat betekent: opdracht om iets tot stand te brengen. Een taakbeschrijving eigenlijk voor iemand die een taak gaat vervullen. Dat is heel wat anders dan het ‘bevel’ dat de Israëlieten kregen om die steden voor Farao te bouwen! Zij moesten zelf het stro zoeken om daarmee zelf de tichelstenen te maken. Nee, als iemand een taakomschrijving krijgt, dan is alles wat er voor nodig is om die taak uit te voeren, al klaargelegd. Zo is het ook met het ‘gebod’ in onze tafeltekst! Onze taak is:

a) om te geloven in de Naam van Jezus.
b) om elkander lief te hebben.

De apostel Paulus vertelt ons dat het geloof een gave van God is: Want door genade zijt gij behouden, door het geloof, en dat niet uit uzelf: het is een gave van God  (Efeziërs 2:8). Geloven betekent: vertrouwen hebben in. Waar moeten we dan vertrouwen in hebben? Dat staat er achter: in de Naam van Jezus.

Dan denken we aan de Naam, die Jezus ontvangen heeft boven alle Naam, omdat Hij gehoorzaam is geweest tot de dood … Daarom heeft God hem ook uitermate verhoogd en Hem de naam boven alle naam geschonken, … (Filippenzen 2:9).

Het woord ‘naam’ betekent niet alleen maar ‘naam’, maar ook: roem, aanzien, gedachtenis. We hebben dus in de eerste plaats de opdracht om vertrouwen te hebben in de Naam, het aanzien bij God, van Jezus.

En in de tweede plaats hebben we de opdracht om elkaar lief te hebben.

Hier wordt mee bedoeld: elkaar welkom te heten, te koesteren. Als we daar mee beginnen, dan komt de rest van de betekenis van ‘liefhebben’ vanzelf. Als vrucht van dit welkom heten van de ander in ons leven, gaan we meer en meer ‘gesteld raken op’ de ander. En dan zal het niet lang duren of de laatste betekenis van ‘liefhebben’ komt ook: houden van. Nu is dit ‘houden van’ natuurlijk een rekbaar begrip: ik houd van chocola, van zeilen, etc…

Maar Jezus laat hier geen onduidelijkheid over bestaan: Een nieuw gebod geef Ik u, dat gij elkander liefhebt; gelijk Ik u liefgehad heb, dat gij ook elkander liefhebt (Johannes 13:34). Zijn liefde is grenzeloos!! Dus Zijn opdracht aan ons ook!

We mogen daarom onderweg gaan, zonder ooit te denken: ‘zo is het wel genoeg’ of  ‘ik zie het verder niet zo zitten’, want onze tafeltekst voor deze week is een taakomschrijving, een opdracht voor ons hele leven, een gebod om elkaar lief te hebben, zoals Hij ons aangeboden heeft.

Wie zijn vertrouwen op Hem heeft gesteld kan met een gerust hart, na het opzeggen van deze tekst, gaan eten. Want bij alles wat Hij ons opdraagt liggen de ingrediënten klaar: we staan niet in dienst van een gevreesde Farao, maar van Jezus. Hij is ons Zelf deze weg voorgegaan en heeft ons geroepen om Hem daarop eenvoudig te volgen.


 

Bijbeltekst week 2021 – 22

Als gij in mijn woord blijft, zijt gij waarlijk discipelen van Mij en gij zult de waarheid verstaan, en de waarheid zal u vrijmaken.

Johannes 8:31,32

Deze woorden van Jezus beschrijven het werkelijke geloofsleven. De basis van ons geloofsleven is: blijven in Zijn woord. Dit ‘woord’ heeft de betekenis van: uitgesproken, meegedeelde gedachte(n). We moeten dus niet in de eerste plaats denken aan de Bijbel, maar aan de woorden, de gedachten van Jezus, die Hij bekend maakt aan wie naar Hem luisteren; dat kunnen dus ook woorden uit de Bijbel zijn, als we tenminste de Bijbel lezen met een biddend hart… Het spreken van Jezus tot ons wordt dan zo indringend, dat we daardoor bepaald worden.

Het werkwoord ‘blijven’, wat hier gebruikt wordt, kan ook vertaald worden met ‘verblijven’. Wanneer deze gezindheid in ons is, dan worden we werkelijk discipelen van Jezus: leerlingen, mensen die door Hem geleerd worden. Dus niet mensen die door studie meer over Hem te weten komen, maar die zich willen laten vormen, onderwijzen door Zijn spreken tot ons hart… Pas als deze gezindheid tot werkelijkheid is geworden, gaan we de ‘waarheid verstaan’. Het werkwoord ‘verstaan’ kunnen we het beste vertalen met: ‘leren kennen’.

Jezus heeft heel duidelijk gezegd: Ik ben de Waarheid (Joh.14:6). Als we ons dus laten bepalen door wat Jezus tegen ons zegt, als we luisteren naar Zijn onderwijzing om alleen nog maar daar uit te leven, dan gaan we Hem zó leren kennen, dat we alles gaan verstaan wat werkelijk waarheid is: wat met de komst van Zijn Rijk te maken heeft. Hier gaat het om de eeuwige Waarheid, die de natuurlijke mens, de nog niet wedergeboren mens, niet kan verstaan: Doch een ongeestelijk mens aanvaardt niet hetgeen van de Geest Gods is, want het is hem dwaasheid en hij kan het niet verstaan, omdat het slechts geestelijk te beoordelen is (1 Korintiërs 2:14).

Als de eeuwige Waarheid tot ons gaat doordringen, gaat er nog een andere betekenis van het werkwoord ‘verstaan’ gestalte krijgen in ons leven: ‘bemerken’. Want als we de eeuwige Waarheid gaan liefhebben zoals Hij ons heeft liefgehad, dan gaan we tot onze verwondering ‘bemerken’ dat dingen, tot in de wortels van ons bestaan, gaan veranderen. Dat is de bevrijdende kracht van het verstaan van de Waarheid…

Het werkwoord ‘vrijmaken’ is afgeleid van een zelfstandig naamwoord dat de betekenis heeft van: iemand die geen slaaf meer is, een vrijgelatene.

Als we het spreken van Jezus tot ons hart en denken toelaten, komen we tot onze verbazing en tot ons geluk tot de ontdekking, dat banden verbroken worden, waarvan we dachten, dat dit nooit zou kunnen gebeuren. Dan mogen we ervaren wat Jacobus al zo lang geleden geschreven heeft: Maar wie zich verdiept in de volmaakte wet, die der vrijheid…, die zal zalig zijn in zijn doen (Jac.1:25).


 

Bijbeltekst week 2021 – 21 (Pinksteren)

Zondag 28 mei vieren we het Pinksterfeest. Pinksteren is de afsluiting van het Paasfeest. Tijdens ons Pinksterfeest vieren wij dat wij door de komst van de Heilige Geest een toerusting hebben ontvangen om Zijn getuigen te zijn in de wereld waarin wij nu leven.

Want zijn maaksel zijn wij, in Christus Jezus geschapen om goede werken te doen, die God tevoren bereid heeft, opdat wij daarin zouden wandelen.

Efeze 2:10

Het  1e gedeelte van deze Bijbeltekst: Want zijn maaksel zijn wij, in Christus Jezus geschapen…,  maakt zo duidelijk dat het gaat om een nieuwe schepping.

In het Bijbelboek Genesis lezen we dat God ‘in den beginne’ de mens naar Zijn beeld en gelijkenis schiep (Gen.1:27). Na het eten van de verboden vrucht was de mens geen drie-eenheid meer: Geest, ziel en lichaam, maar een twee-eenheid: ziel en lichaam. God gaf toen aan de vernederde mens de belofte dat eens een Zoon geboren zou worden, die de geestloze mens weer tot leven zou wekken. Dit is een nieuwe schepping, meer dan Adam en Eva in het Paradijs, want de nieuwe mens heeft, anders dan Adam en Eva, de kennis van goed en kwaad.

Hiervoor is het nodig dat hij uit de Geest van God geboren wordt. Zonder de Heilige Geest, de Geest der Waarheid, kan hij niet verstaan wat werkelijk waarheid is. Door de duizenden jaren heen heeft de mens zich allerlei godsbeelden gemaakt en daar een godsdienst omheen gevormd die paste bij zijn cultuur, maar deze geven geen bevrijding. De Bijbel zegt: En de behoudenis is in niemand anders, want er is onder de hemel geen andere naam aan de mensen gegeven, waardoor wij moeten behouden worden  (Hand.4:12).

Het werkwoord ‘behouden worden’ betekent: gered worden uit het gevaar van vernietiging. Voor ons betekent het vaak: wat er is, niet verloren laten gaan; een garantie voor een voortzetting van het bestaande.

Maar de Bijbel spreekt juist van ‘een nieuwe schepping: Zo is dan wie in Christus is een nieuwe schepping: het oude is voorbijgegaan, zie, het nieuwe is gekomen (2 Kor. 5:17).

En: Want besneden zijn of niet besneden zijn betekent niets, maar of men een nieuwe schepping is (Gal.6:15). De Jood Paulus zegt hier zelfs dat het besneden zijn, dus het Jood zijn, niets betekent. Want voor Jood en heiden gaat het erom een nieuwe schepping te worden! Alleen door het volbrachte werk van Jezus van Nazareth aan het Kruis van Golgota kunnen we dat worden. We hopen en bidden dat dit geheimenis gedurende deze week ons duidelijker dan ooit voor ogen zal komen te staan.

We krijgen deel aan deze uitredding, wanneer we ons daadwerkelijk laten uitredden uit het oude, door het nieuwe ’aan te doen’. Dit is heel iets anders dan iets nieuws, iets fatsoenlijks, bij het oude te voegen. Nee, het gaat om de uitredding uit het oude, door de nieuwe schepping in en door Christus te ondergaan. Dit is een verlossing uit het oude. Dan worden we in plaats van een twee-eenheid, een drie-eenheid: Geest, ziel en lichaam.

Waaraan onderkennen wij dit Goddelijke ingrijpen in ons zielenleven? Door de verwondering!

Dit werkt uit dat er een liefdesrelatie ontstaat tussen God en mens. Dan worden alle stellingen en visies doorbroken en komt er een ongekende afhankelijkheid van de Geliefde: Jezus, Die ons leiden wil in alle waarheid. Als we in Zijn Waarheid leren wandelen gaan we anders leven. Het zo gecompliceerde en rusteloze leven van deze tijd maakt plaats voor een levenswandel met Hem. In die waarheid krijgen dingen gestalte, die we voordien niet voor mogelijk hielden, maar waar de Bijbel wel van spreekt.

Dan wordt de tafeltekst ineens helemaal duidelijk. Dan leven we niet meer voor onszelf, maar gaan we, heel ontspannen, wandelen in de goede werken, die God tevoren bereid heeft, opdat wij daarin zouden wandelen.

Als dit sprankelende leven tot onze verwondering gestalte gaat krijgen, dan openbaart zich in ons het nieuwe leven. Ja, dat nieuwe leven is te zien: Maar gij geheel anders: gij hebt Christus leren kennen (Ef.4:20). Dan zijn we voor de wereld om ons heen Zijn getuigen, wandelend aan de hand van Hem, die immers beloofd heeft: En zie, Ik ben met U al de dagen tot aan de voleinding der wereld.


 

Inleiding Pinksteren 2023

Inleiding Pinksteren 2023

Net zoals het Paasfeest, is ook het Pinksterfeest van oorsprong een feest vanuit het Oude Testament. Het is één van de drie grote feesten die de Israëlieten ieder jaar moesten houden voor Gods aangezicht, namelijk het Paasfeest, het Pinksterfeest en het Loofhuttenfeest. In Exodus 23:17 staat hierover vermeld: Driemaal in het jaar zullen al uw mannen voor het aangezicht van de Here HERE verschijnen. 

Pinksterfeest is de Griekse naam voor het feest en betekent letterlijk ‘vijftigste’. In Leviticus staat hierover geschreven: Dan zult gij tellen van de dag na de (paas)sabbat, … zeven volle weken zullen het zijn; tot de dag na de zevende sabbat zult gij tellen, vijftig dagen. (Lev.23:15, 16)

In het Hebreeuws wordt dit feest het ‘Feest der Weken’ genoemd: Het feest der weken, der eerstelingen van de tarweoogst zult gij vieren, …(Exodus 34:22). Men noemt dit ook wel het ‘Slotfeest’.

Pasen en Pinksteren horen dus duidelijk bij elkaar; Pinksteren is de afsluiting van het Paasfeest. In Exodus 23:14 staat: Driemaal in het jaar zult gij Mij een feest houden. En in Exodus 23:16 wordt hierover genoemd: Ook het feest van de oogst, der eerstelingen van uw vruchten, die gij op de akker zaaien zult. Een andere naam voor het Pinksterfeest is Oogstfeest, omdat dan het eerste graan (gerst) werd geoogst.

Dit alles is weer een prachtig beeld van wat God ons geschonken heeft in Jezus Christus, onze Here. Op Goede Vrijdag stierf Hij voor onze zonden aan het kruis, op Paasmorgen stond Hij op uit de doden en op de Pinksterdag werd ‘de eerste oogst’ binnengehaald!

In Handelingen 2:41-47 wordt hier over geschreven:  Zij dan, die zijn woord aanvaardden, lieten zich dopen en op die dag werden ongeveer drieduizend zielen toegevoegd. En zij bleven volharden bij het onderwijs der apostelen en de gemeenschap, het breken van het brood en de gebeden. En er kwam vrees over alle ziel en vele wonderen en tekenen geschiedden door de apostelen. En allen, die tot het geloof gekomen en bijeen vergaderd waren, hadden alles gemeenschappelijk; en telkens waren er, die hun bezittingen en have verkochten en ze uitdeelden aan allen, die er behoefte aan hadden; en voortdurend waren zij elke dag eendrachtig in de tempel, braken het brood aan huis en gebruikten hun maaltijden met blijdschap en eenvoud des harten, en zij loofden God en stonden in de gunst bij het gehele volk. En de Here voegde dagelijks toe aan de kring, die behouden werden. 

Tijdens ons Pinksterfeest gedenken wij dat wij door de komst van de Heilige Geest een toerusting hebben gekregen om Zijn getuigen te zijn, zodat door ons leven heen nog velen toegevoegd kunnen worden aan ‘de kring van hen die behouden worden’: de Gemeente van Christus.


 

Bijbeltekst week 2023 – 20 Hemelvaart

Deze week vieren we de Hemelvaart van Jezus. Jezus heeft gezegd: “Het is beter voor u dat Ik heenga. Want indien Ik niet heenga, kan de Trooster niet tot u komen, maar indien Ik heenga, zal Ik Hem tot u zenden” (Joh.16:7). In de uitleg van de tafeltekst van deze week wordt ook gesproken over de Heilige Geest (de Trooster). Jezus kon maar op één plek tegelijk zijn, maar de Heilige Geest wil woning maken in de harten van alle mensen! Jezus ging terug naar de Hemel, naar de Vader, om dit te bewerkstelligen. Daarom is het vieren van de Hemelvaart van Jezus een goede voorbereiding voor het naderende Pinksterfeest!

Wees niet bevreesd, gij klein kuddeke! Want het heeft uw Vader behaagd u het Koninkrijk te geven.

Lukas 12:32

Het is voor ons, Hollanders, een voorrecht dat de meesten van ons wel eens een schaapherder met z’n kudde over de heide hebben zien zwalken. Maar toch missen we vaak precies datgene wat zo belangrijk is, om te verstaan waarom de Gemeente van Christus in de Bijbel vaak met een kudde schapen wordt vergeleken. Schapen zijn heel volgzame dieren, erg afhankelijk van de herder . . .  Maar ook voor schapen is het belangrijk dat zij een vertrouwde relatie met de herder hebben, want, zo vertelt Jezus ons: …; maar een vreemde zullen zij voorzeker niet volgen, doch zij zullen van hem weglopen, omdat zij de stem der vreemden niet kennen (Johannes 10:5).

Als Jezus, hier in onze tafeltekst, spreekt van ‘gij klein kuddeke’, dan heeft Hij het dus tegen mensen die Zijn stem weten te herkennen, omdat zij hebben leren luisteren naar Zijn stem: Mijn schapen horen naar mijn stem en Ik ken ze en zij volgen Mij, … (Joh. 10:27).

De kleine kudde van Jezus bestaat dus niet uit mensen, die wel geloven dat Jezus voor de zonde van de hele wereld gestorven is: …; en Hij is een verzoening voor onze zonden en niet alleen voor de onze, maar ook voor die der gehele wereld (1 Johannes 2:2). Nee, als Jezus het heeft over ‘gij klein kuddeke’, dan spreekt hij tot mensen, die door te luisteren naar Zijn stem, Hem herkennen te midden van alle, misschien wel nog zo vrome, geluiden die te horen zijn in deze wereld. Dit kan alleen als we ons laten leiden door Zijn Geest, die Jezus ons beloofd heeft tijdens zijn afscheidswoorden: Maar gij zult kracht ontvangen, wanneer de Heilige Geest over u komt (Hand.1:8). Dit richt ons op het komende Pinksterfeest.

En dat deze kudde in het laatste uur maar heel klein zal zijn, heeft Jezus destijds al voorzien: Doch, als de Zoon des mensen komt, zal Hij dan het geloof vinden op aarde? (Lukas 18:8).

Waar we, door vele beproevingen heen, leren om weer naar Zijn stem te luisteren, daar gaan we beseffen tot Zijn kleine kudde te behoren. Maar, al is dat kuddeke nog zo klein, tegen deze ‘schapen‘ zegt Jezus dus: Wees niet bevreesd, gij klein kuddeke!  Dit ‘bevreesd’ zijn houdt in: bang, angstig zijn, door schrik bevangen zijn, bang zijn om (d.w.z. aarzelen) iets te doen (uit vrees voor schade). De profeet Daniël zegt: …, maar het volk dat zijn God kent, zal sterk zijn en daden doen (Daniël 11:32).

Wonderlijk is het toch eigenlijk, dat dit ‘kleine kuddeke’ en ‘het volk dat zijn God kent’ dezelfde mensen zijn. Want Daniël heeft het niet over mensen die veel kennis vergaard hebben over God, maar over mensen, die leerlingen van de Allerhoogste willen zijn, door te luisteren naar Zijn Stem.

Jezus zegt in onze tafeltekst ongeveer hetzelfde als Daniël, namelijk dat, aan allen die naar Zijn Stem leren luisteren, Zijn Koninkrijk is toevertrouwd en dus dat zij – in alle zwakheid – sterk zullen zijn en daden doen …


 

Abonneer je op de weektekst

Voer je e-mailadres in om wekelijks de bijbeltekst te ontvangen.

Voeg je bij 129 andere abonnees

Archieven