Vertrouwt op de HERE voor immer, want de HERE HERE is een eeuwige rots.

Jesaja 26:4

We beginnen bij de overdenking van de tafeltekst voor deze week met het tweede gedeelte: want de HERE HERE  is een eeuwige rots. Het komt alleen in deze tekst voor dat de Naam van God: HERE HERE, twee keer met hoofdletters geschreven moet worden. Want in onze tekst staat, en nergens anders komt dit in de Bijbel voor, twee keer achter elkaar de Naam Jahweh geschreven. Hiermee wordt tot uitdrukking gebracht dat God onze God is. Hij is voor degenen die dit van harte beleven tot iets wat absoluut onwankelbaar is. Dit wordt in onze tekst uitgedrukt met: als een gesteente, een rotspartij, die van eeuwigheid tot eeuwigheid er zal zijn, zoals Hij er nu is: de eeuwig Onveranderlijke . . .

Als we dit met heel onze ziel weten, dan blijft er voor ons niets anders over dan op Hem te vertrouwen. Anders gezegd: ons voor immer bij Hem zo veilig te voelen, dat we volkomen zorgeloos kunnen zijn. Paulus spreekt hier ook over in zijn brief aan de gemeente te Filippi:

Weest in geen ding bezorgd, maar laten bij alles uw wensen door gebed en smeking met dankzegging bekend worden bij God. (Fil.4:6)

Paulus zegt hier heel radicaal: weest in niets bezorgd . . .  Het werkwoord ‘bezorgd zijn’ heeft natuurlijk veel meer betekenissen, zoals: ’in beslag genomen worden door’, ‘eigen belang bevorderen’, ‘door zorgen gekweld zijn’. Kortom, het gaat over: zorg en verdriet. Ieder mens weet heel goed wat ‘angst, zorg en verdriet’ betekent. En zeker in de tijd waarin we nu leven, zijn dit zulke herkenbare woorden.

Dit bezorgd zijn heeft te maken met iets wat lijnrecht staat tegenover wat achter het woordje ‘maar’ vermeld staat: maar laten bij alles uw wensen door gebed en smeking met dankzegging bekend worden bij God. Er zijn weinig mensen die het geheimenis zijn gaan verstaan van de machtig gelukkige woorden van Paulus: om al onze wensen met dankzegging bekend te maken bij God!

Wensen zijn meestal onvervulde verlangens, maar Paulus weet dat, als we echt bij God schuilen, er verlangens en wensen geboren worden, die ons hoopvol en verlangend doen uitzien naar de vervulling ervan. Want hij spreekt hier beslist niet over wensen die uit onvrede geboren zijn, maar wensen die ontstaan zijn vanuit het werkelijke leven met Hem!

Zulke wensen, die ontstaan vanuit een wandel met de Levende Here, zijn niet los te denken van Hem die deze verlangens gewekt heeft. En in het ‘gesprek’ met Hem worden deze wensen, deze verlangens alleen maar duidelijker omlijnd! Dat is nu precies wat Paulus bedoelt met ‘laten bekend worden’ bij God. Dit werkwoord zouden we ook kunnen vertalen met: grondig kennis hebben van. Het heeft te maken met: eenswillend worden met God. Dus: het samen eens zijn. Dit eenswillend worden met God ontstaat door gebed, smeking en dankzegging.

En nu nog even aandacht voor de woorden: voor immer, uit onze tafeltekst. Want dat is niet niks! In het Hebreeuws staan hier twee woorden voor, die allebei van één werkwoord zijn afgeleid. Dat werkwoord betekent: doorgeven, vooruitgaan, doorgaan. Voor immer betekent dus zoiets als: van altijd tot altijd doorgaand.

Dit wijst niet op een stelling, een dogma, een gedachte, maar op een beweging.

We zouden onze tafeltekst dus ook zo kunnen vertalen: Omdat God, onze God, is als een eeuwig onveranderlijke Rots, laten we ons daarom van ogenblik tot ogenblik volkomen veilig weten bij God.