Nu wij zulk een verwachting hebben, treden wij met volle vrijmoedigheid op.

2 Korintiërs 3:12

De tafeltekst voor deze week is kort maar krachtig. Om deze tekst met overgave op te kunnen zeggen, moeten we wel heel aandachtig lezen wat daarvoor geschreven staat:

2 Kor. 3:5,6  Niet dat wij uit onszelf bekwaam zijn iets als óns werk in rekening te brengen, maar onze bekwaamheid is Gods werk, die ons ook bekwaam gemaakt heeft om dienaren te zijn van een nieuw verbond, niet der letter, maar des Geestes, want de letter doodt, maar de Geest maakt levend.   

In onze tafeltekst wordt gesproken over: ‘met volle vrijmoedigheid optreden’. Het woord ‘vrijmoedigheid’ heeft de grondbetekenis van: onomwonden zich uiten over alles. En het werkwoord ‘optreden’ heeft de betekenis van: hanteren, van iets gebruikmaken. Er is hier dus sprake van een graag gebruik willen maken van elke gelegenheid om onomwonden zich bloot te geven, zich te uiten.

Waarover willen we ons uiten? Over de verwachting, die wij hebben, zegt onze tafeltekst. Het werkwoord ‘verwachten’, dat de basis vormt voor het woord ‘verwachting’ in onze tekst, heeft de betekenis van ‘met genoegen verwachten’. Onze ‘verwachting’ is een gelukkige verwachting vol hoop…

Wat een heerlijke opdracht hebben we dus om midden in deze wereld van verwarring en uitzichtloosheid, in alle vrijmoedigheid ons onomwonden bloot te geven, omdat wij een gelukkige verwachting hebben, vol hoop!

Waar is deze vreugdevolle verwachting op gebaseerd? Daarvoor moeten we de voorgaande teksten aandachtig doorlezen. We hebben de opdracht gekregen om ‘dienaren te zijn van een Nieuw Verbond’ (vers 6).

Wat is het kenmerk van het nieuwe verbond? Heel duidelijk komt dat naar voren in het boek Ezechiël, hoofdstuk 11:19  Ik zal hun één hart geven en een nieuwe geest in hun binnenste, en Ik zal het hart van steen uit hun lichaam verwijderen en hun een hart van vlees geven.

Maar er zijn heel veel meer passages, zowel in het Oude als in het Nieuwe Testament, die hier over spreken. Zoals Jer. 31:31-33; Luk.22:20; Hebr.8:13;12:24. Allemaal meer dan de moeite waard om ze met een biddend hart te lezen. Want dan dringt het kenmerkende verschil met het Oude Verbond, het toegevoegde Verbond, zoals Paulus dit noemt, tot ons door: Gal. 3:19 Waartoe dient dan de wet(sbedeling)? Om de overtredingen te doen blijken is zij erbij gevoegd, totdat het zaad zou komen, waarop de belofte sloeg, en zij is op last van [God] door engelen in de hand van een middelaar gegeven.

Dit nieuwe verbond, waarvan wij de dienaren moeten zijn, sluit God niet alleen met ons, maar door het volbrachte werk van Christus, met de hele wereld! Met Jood en heiden: Jer.3:17; Rom.15:8‑12. En dit nieuwe verbond is niet naar de letter, maar naar de Geest, want de letter doodt, maar de Geest maakt levend, zegt het voorgaande gedeelte van onze tafeltekst.

Dit houdt in, dat we de wereld om ons heen niet moeten ‘beleren’ maar ‘voorleven’! Het mag van ons afstralen in alle openheid en onbaatzuchtige liefde, omdat we weten dat Jezus Christus een verzoening is voor onze zonden en niet alleen voor de onze, maar ook voor die der gehele wereld. (1 Joh. 2:2).

Dit is de boodschap die mag uitstralen naar de wereld om ons heen! Wat een wonder dat wij dienaren mogen zijn van dit nieuwe verbond, dat eeuwig is, voor ons, voor de Jood en voor de Islamiet en alle anderen!

Als we deze week onze tafeltekst biddend opzeggen, doordrongen van dit alles, dan zullen we ontdekken hoe we, onder de zalving van Gods Geest, waardige, vrijmoedige dienaren zullen zijn van dit Nieuwe Verbond.