Maar de rechtvaardigen verheugen zich, zij juichen voor Gods aangezicht en zijn blijde met vreugdebetoon.
Omdat de tafeltekst begint met het woordje ‘maar’, moeten we wel aandacht besteden aan wat er voor staat. Belangrijk is vooral in het 2e vers van deze psalm de tekst: God staat op. Dit is een prachtige uitdrukking. De eigenlijke betekenis is: God maakt Zich gereed, gaat op weg. Hij verheft Zich dus. Want het betekent: God laat Zich zien, Hij openbaart Zich, Hij treedt handelend op. Dit is de grondtoon van deze psalm: God is niet ver weg, maar heel nabij. Hij ontfermt Zich over ons. Alle ellende verdwijnt dan als sneeuw voor de zon. Alles wordt eenvoudig, omdat de duisternis op de vlucht gaat.
En nu onze tafeltekst: Maar de rechtvaardigen verheugen zich. Wat zijn de ‘rechtvaardigen’? Dat zijn degenen die onschuldig zijn. Wat zijn dat voor mensen? De Prediker zegt: Want niemand op aarde is zo rechtvaardig, dat hij goed doet zonder te zondigen (Prediker 7:20).
Maar dan kunnen er toch geen onschuldigen bestaan?
Daarom is het woord ‘rechtvaardige’ juist ook zo mooi, want een rechtvaardige is iemand die ‘recht vaart’, in wie niets ‘dubbel’ is. Hij bestaat alleen bij het wonder, dat God ‘opstaat’, Zich openbaart. Alleen dan komt er duidelijkheid: licht is licht en duisternis blijkt echt duisternis te zijn. Als God Zich openbaart, komt er een scheiding van geesten; wie bij Hem schuilt wordt verlost van al het ‘dubbele’, van alle kronkels… De tafeltekst beschrijft het ‘schuilen bij Hem’ op zo’n rijke manier. Om dit duidelijk te maken kunnen we de tekst veranderen; een beetje omkeren: Zij die zich verheugen en juichen voor Gods aangezicht, en die blijde zijn met vreugdebetoon, zijn rechtvaardigen.
Een rechtvaardige is iemand die zich verheugt. Dit werkwoord betekent: innerlijk blij zijn. Echte innerlijke vreugde is er alleen, als je opmerkt, dat God naar ons omziet en handelend optreedt: Zie, Ik maak alle dingen nieuw (Openbaring 21:5).
Niemand kan deze tafeltekst, die uitpuilt van vreugde, blijdschap en pret, van harte opzeggen, tenzij hij z’n denken laat bepalen door het handelen van God. Wie uitgekeken is op de wereld van vandaag, door uit te zien naar Zijn handelen, gaat deze vreugde beleven en voelen opborrelen in z’n hart. Deze blijdschap is een vrucht van Gods Geest: Maar de vrucht van de Geest is liefde, blijdschap, vrede, lankmoedigheid, vriendelijkheid, goedheid, trouw, zachtmoedigheid, zelfbeheersing (Galaten 5:22). Wie dat eenmaal geproefd heeft, verstaat het dat rechtvaardigen ‘innerlijk blij zijn’ . . .
Onze tafeltekst tuimelt nog verder in de blijdschap: zij juichen voor Gods aangezicht. Dit is heel speels: opspringen, huppelen van vreugde. Ja, daar is die ‘innerlijke’ vreugde voor nodig. Maar die is er ook alleen als we voor Gods aangezicht zijn. Dit betekent: in Gods tegenwoordigheid zijn. Geheel anders is dat in de ‘godsdienstigheid’. De beschrijving van een ‘rechtvaardige’ in de Bijbel is: een kinderlijk, speels en blij mens, omdat hij God kent in alle details van zijn leven. Daar heb je geen sfeertjes voor nodig. Al dat ‘plechtige’ bevredigt alleen maar het vrome vlees. En dat kent een rechtvaardige niet. Nee, hij is blijde met vreugdebetoon. Dit ‘blijde’ beleeft niets van ‘plechtigheid’, want het betekent: vrolijkheid, plezier, feestelijkheid. En het woord ‘vreugdebetoon’ beschrijft de bron van de vreugde: niet om de pret, maar ‘plezier hebben in’… de aanwezigheid van God!
Als we onze tafeltekst opzeggen, mogen we beseffen, dat deze echte vreugde er alleen kan zijn – te midden van alle verwording en vervreemding van God – als wij, juist daarom, bij Hem schuilen, letten op Zijn handelen onder ons. Dan maakt God Zelf ons immers tot ‘rechtvaardigen’, die zo geheel anders zijn dan we dachten: eenvoudige, blije mensen, die het nooit kunnen nalaten, om onder alle omstandigheden naar Gods handelen te blijven kijken.