Gij maakt mij het pad des levens be­kend; overvloed van vreugde is bij uw aangezicht, liefelijkheid is in uw rech­terhand, voor eeuwig.

Psalm 16:11

We hebben voor deze week een jubeltekst uit de Psalmen. Laat het maar jubelen, elke dag dus wel drie keer! Wat een vreugdevolle ontdekking geeft die eerste regel weer: Gij maakt mij het pad des levens be­kend; …

We ontdekken het pad des levens dus niet zelf, door studie of meditatie, maar God maakt ons het pad des levens bekend. Dit ‘bekendmaken’ heeft niets te maken met ‘aankondigen’, ‘proclameren’ of iets dergelijks. Nee, we kunnen het veel beter vertalen met: ‘doen verstaan’, zoals in Deut.29:4  Doch de HERE heeft u geen hart gegeven om te verstaan of ogen om te zien, of oren om te horen, tot op de huidige dag. Ja, zo was het toen Israël nog in de woestijn ronddoolde. Maar de psalmist jubelt het uit: Ik mag het pad des levens verstaan!

We kunnen ‘bekendmaken’ ook nog met ‘zich bewust zijn van’ vertalen, zoals in 1 Kon.2:44 Gij weet al het kwaad, – uw hart is zich daarvan bewust -, dat gij mijn vader David hebt aangedaan; … Verder is ook een heel mooie vertaling: ‘aanwijzen’, zoals in Job 38:12 Hebt gij ooit in uw leven de morgen ontboden, de dageraad zijn plaats aangewezen, …

En het woord ‘pad’ mogen we ook vertalen met ‘wandel’ of ‘levensweg’. Terwijl we het Hebreeuwse woord ‘leven’: ‘chai’, beter kunnen vertalen, als het om mensen gaat, met: actieve levendigheid. Hoe begrijpelijk wordt dan de vreugde die van deze tekst uitstraalt: Gij maakt mij bewust hoe sprankelend het leven is dat U ons schenkt.

Nu gaan we naar de tweede versregel: …; overvloed van vreugde is bij uw aangezicht, … We beginnen bij het laatste gedeelte, want daarin zit de kern van deze regel: bij uw aangezicht. Het woord ‘aangezicht’ is ook te vertalen met ‘tegenwoordigheid, aanwezigheid’. Heel eenvoudig is deze regel daarom te vertalen met: Als we in Uw aanwezigheid zijn dan worden we verzadigd van vrolijkheid en blijdschap.

Alleen in de echte ‘aanwezigheid’ van God is waarheid. Van deze werkelijkheid getuigt koning David. En alleen als wij deze werkelijkheid kennen in ons leven, kunnen ook wij deze woorden uitjubelen…   Als we in Uw aanwezigheid zijn dan worden we verzadigd van vrolijkheid en blijdschap. Wat een zegen als ons huis, als de Gemeente waar wij toe mogen behoren, vervuld is met de aanwezigheid van God, waarvan zowel het Oude – als het Nieuwe Testament getuigen: Gen.28:15  En zie, Ik ben met u en Ik zal u behoeden overal waar gij gaat, … en: Matt.28:20  En zie, Ik ben met u al de dagen tot aan de voleinding der wereld.

Het kan gewoonweg niet op. Want in de aanwezigheid van God is er pure blijdschap en vreugde. Daarom zegt David in de derde regel van dit lied: …, liefelijkheid is in uw rech­terhand, voor eeuwig.

Liefelijkheid heeft niets te maken met ‘zoetigheid’. Nee, dit woord is te vertalen met: ‘aangename, goed klinkende muziek’. Daarbij kunnen we denken aan de woorden van Paulus uit Efeziërs 5:19 …  en spreekt onder elkander in psalmen, lofzangen en geestelijke liederen, en zingt en jubelt de Here van harte. Dit komt zomaar vanzelf, als we verstaan wat de woorden: in uw rech­terhand, inhouden. ‘Rechterhand’ is een Hebreeuws woord met heel veel betekenissen, zoals: ‘recht, rechterhand, rechterzijde, rechts (van richting), zuidwaarts’. Maar figuurlijk betekent het: ‘het recht, het goede beleven in Zijn nabijheid’. Deze laatste regel van dit psalmvers kunnen we dus vertalen met: In Uw nabijheid kunnen we pas echte muziek maken.

En nu nog: voor eeuwig. Het Hebreeuwse woord, dat hier gebruikt wordt, wijst op de inhoud van het eeuwig voortdurende: steeds maar doorgaande begeleiding. Het gaat hier om de eeuwigdurende nabijheid en begeleiding van God, waardoor we van harte vrolijk kunnen zijn.

Als we deze tafeltekst opzeggen, dan willen we dus alle ‘Baäldienst’ voorgoed afzweren om alleen nog maar Gods nabijheid te zoeken tot in ieder detail van ons leven.