Ik zelf zal vóór u uitgaan en de oneffenheden effenen; koperen deuren zal Ik verbreken en ijzeren grendels verbrijzelen.

Jesaja 45:2

We leven in een tijd waarin de vijandschap (in onze tafeltekst weergegeven door ‘koperen deuren’ en ‘ijzeren grendels’), nog niet verbroken is. Integendeel! En het zal blijken hoe hard de vijandschap zich zal manifesteren, vooral als het eerste gedeelte van onze tafeltekst in vervulling zal gaan. Daarom willen we vooral aan het eerste gedeelte van deze tekst aandacht schenken: Ik zelf zal vóór u uitgaan.

Wat staan hier prachtige dingen in vermeld, waar je zo maar overheen kunt lezen! Het woord zelf staat helemaal niet in de grondtekst, maar geeft uitdrukking aan het heel persoonlijke dat wordt weergegeven in het woordje vóór. Dit woord ‘voor’ betekent eigenlijk: aangezicht. God belooft dus dat Hij van aangezicht tot aangezicht, heel persoonlijk betrokken dus, vóór ons zal ‘uitgaan’.

Dit werkwoord: ‘uitgaan’ betekent gewoon ‘gaan’, maar ook ‘meegaan’, ‘wandelen’ en wordt zelfs nog vertaald met ‘leven’. Wat een rijke belofte voor ons, dat God heel persoonlijk met ons wandelen wil, met ons leven wil, bij ons betrokken wil zijn …

En nu het tweede gedeelte: en de oneffenheden effenen; ‘oneffenheden’ komt van een woord wat de betekenis heeft van: pralen, eren, eer bewijzen. Alleen hier in Jesaja 45 wordt het vertaald met ‘oneffenheden’. De bedoeling van onze tekst wordt duidelijker als we aandacht besteden aan de betekenis: pralen, eren. Maar dan vooral in de zin van: zichzelf eren, eer opeisen.

Als we dan verder ook nog het werkwoord ‘effenen’ bekijken, dat veel meer de betekenis heeft van: oprecht zijn, rechtvaardig zijn, zacht zijn, dan kunnen we dit gedeelte eigenlijk beter vertalen met: Al het zoeken van eigen eer zal Ik doen verdwijnen doordat Ik – in een persoonlijke wandel met jullie – je zacht zal maken, je oprecht en rechtvaardig zal doen zijn.

Ja, dan wordt het duidelijk, hoe al de vijandschap van de wereld tegen God op de vlucht zal gaan als wij, in die heel persoonlijke wandel met onze Heer, al onze eigen eer en trots leren afleggen. Want daar is satan niet tegen opgewassen.

Als we deze komende week onze tafeltekst opzeggen moeten we telkens maar even aan deze vrije vertaling denken: Ik zal heel persoonlijk met jullie gaan leven, van aangezicht tot aangezicht, zodat je geen behoefte meer hebt om nog eigen eer te zoeken. Dan zal de wereld om je heen geen raad weten met de zachtheid, waarmee we de ander tegemoet treden en daarom op de vlucht slaan of, met ons, zich buigen voor Hem.