Want in liefde heb Ik behagen en niet in slachtoffer, in kennis van God en niet in brandoffers.

Hosea 6:6

De tafeltekst van deze week begint met: Want in liefde heb Ik behagen. Het woord ‘liefde’ heeft in het Hebreeuws een prachtige betekenis. Meestal wordt het vertaald met: goedertierenheid, verder met liefde, maar ook met gunstbewijzen, trouw, genade, vriendschap, barmhartigheid en dankbaarheid. Kortom, het woord ‘liefde’ heeft alles te maken met echt ‘leven’ met God en daardoor met elkaar.

‘Behagen hebben’ geeft uitdrukking aan de vreugde van God bij het zien van deze liefde, in de Gemeente: ‘plezier hebben in’ en ‘zich uitstrekken naar’, ‘uitzien naar’. Het geeft uitdrukking aan het verlangend uitzien van God naar deze liefde, die in de wereld om ons heen steeds meer verdwijnt, maar die het kenmerk is van het Koninkrijk van God: Hieraan zullen allen weten, dat gij discipelen van Mij zijt, indien gij liefde hebt onder elkander. (Johannes 13:35)

Deze liefde is een vrucht van de Geest (Galaten 5:22). De profeet Hosea stelt deze liefde lijnrecht tegenover ‘slachtoffer’. Het woord ‘slachtoffer’ betekent: feest van offeren . . . Wat is het verschrikkelijk als ons samenkomen, als gemeente van Christus, dus een feest van offeren is in de zin van: een vreugdevol samenzijn waarin wij iets inbrengen, onze toewijding, onze liederen die we zingen, ons luisteren naar wat er verkondigd wordt, terwijl deze ‘liefde’, waarvan de profeet spreekt, ontbreekt!

De apostel Paulus zegt hierover in zijn brief aan de Korintiërs: Al sprak ik de talen van alle mensen en die van de engelen – had ik de liefde niet, ik zou niet meer zijn dan een dreunende gong of een schallende cimbaal. Al had ik de gave om te profeteren en doorgrondde ik alle geheimen, al bezat ik alle kennis en had ik het geloof dat bergen kan verplaatsen – had ik de liefde niet, ik zou niets zijn. Al verkocht ik mijn bezittingen omdat ik voedsel aan de armen wilde geven, al gaf ik mijn lichaam prijs om te worden verbrand had ik de liefde niet, het zou mij niet baten (1 Korintiërs 13:1- 3. NBV)

Het woord ‘kennis’ hebben we al heel vaak besproken. Maar toch is het goed als de rijke betekenis van het Bijbelse woord ‘kennis’ ons weer duidelijk voor ogen staat als we de tekst met elkaar opzeggen! Het woord ‘kennis’ heeft een heel andere betekenis dan ‘verworvenheden door studie’. Het heeft te maken met: ‘leren kennen’, ‘zich bewust zijn van’ (1 Kon. 2:44), ‘beseffen’ (Ex.10:7) en ‘tot erkenning komen van’ (1 Sam.3:20). Het gaat er hier dus om dat God uitziet naar mensen die Hem willen leren kennen, door Hem te erkennen en door zich bewust te zijn dat Hij er is, tot in elk detail van ons leven.

God legt Zijn gezag niet aan ons op, maar roept ons op om ons aan Zijn wil over te geven en wie zo leert om in die gezindheid aan het Woord van God te gehoorzamen, wordt door God gezegend en bewaard voor veel misleiding.

Heus, al zouden we ons lichaam geven om verbrand te worden, al zouden we al de dagen van ons leven wijden aan studie van de Bijbel… alleen in een liefdevolle toewijding aan Hem leren we te luisteren en graag te gehoorzamen, omdat de weg die Hij wijst levenwekkend is!