De wereld gaat voorbij en haar begeren, maar wie de wil van God doet, blijft tot in eeuwigheid.

1 Johannes 2:17

In de tijd waarin wij nu leven, met oorlogen en dreigingen van oorlogen, moet de tekst van deze week ons wel bijzonder aanspreken! Angst grijpt ons allen aan: waar gaat het toch heen?

Hoe indrukwekkend staat onze tafeltekst hier tegenover: De wereld gaat voorbij. Of onderstrepen deze woorden juist het actuele gebeuren? De ondergang van onze beschaving staat voor de deur. Wat een rust geven deze woorden van de apostel Johannes, als we beseffen dat hij dit ruim tweeduizend jaar geleden schreef. Waar zal hij aan gedacht hebben toen hij deze woorden schreef, wat zal hij hebben gezien? Veel belangrijker is het voor ons om te mogen verstaan, wat God ons nu wil zeggen als we deze tweeduizend jaar oude woorden tot ons laten doordringen, als we ze biddend opzeggen.

Als Johannes het over de ‘wereld’ heeft, dan gebruikt hij het Griekse woord ‘kosmos’. Dit kan hier vertaald worden met: de mensheid. Maar ook, zoals het woordenboek ons vertelt, met: het geheel van aardse goederen, rijkdommen, voordelen, genietingen, enz. Hoewel deze aardse goederen in feite hol, zwak en voorbijgaand zijn, wekken ze het begeren op, leiden van God af en zijn hinderpalen voor de zaak van Christus.

Deze laatste uitleg van het woord ‘kosmos’ willen we graag onderstrepen. Voor ons betekenen de woorden van Johannes dat al het ‘tijdgebondene’, wat ons zo verschrikkelijk van de zaak van Christus afleidt, voorbij gaat. Je zou dit ‘voorbij gaan’ ook kunnen vertalen met: er aan voorbij gaan, misleiden of verleiden. Als Mozes aan Israël Gods geboden geeft, dan leert hij hun ook: ‘gij zult niet begeren’… We weten allemaal in ons leven wat een macht het ‘begeren’ heeft. Maar we mogen ook merken dat, in de groeiende liefde van en voor Jezus, het begeren, in welke vorm dan ook, wegsmelt als sneeuw voor de zon. Alleen als we dit wonder ervaren in ons eigen leven, gaan we verstaan wat Johannes tijdloos bedoelde met: En de wereld gaat voorbij en haar begeren.

Dit is een heilig verstaan van de woorden van God. Het geheimenis, om tot dit verstaan te komen, staat in het vervolg: maar wie de wil van God doet, blijft tot in eeuwigheid. Helaas blijft voor velen dit geheimenis een verborgenheid. Want: wat zal Johannes bedoeld hebben met: de wil van God doen?

Allereerst: wat is de wil van God? We kunnen dit vertalen met: wat God verlangt dat door ons gedaan moet worden… Wat prachtig dat er niet staat: wat God eist dat door ons gedaan moet worden… Alleen in de innige wandel met de Here, gaan we iets verstaan van dat diepe, respectvolle verlangen van God. Het is dus uit liefde tot Hem dat we gaan wensen, en uiteindelijk zelfs besluiten om te gaan DOEN wat Hij verlangt dat we zullen doen. Dit is het werk van Gods Geest aan de harten van mensen die naar God Zelf vragen.

Zo kan God verloren mensen maken tot hemelburgers. En het hoeft toch echt geen uitleg, dat hemelburgers tot in eeuwigheid ‘blijven’: aanwezig blijven, voortdurend vastgehouden worden.