Deze week vieren we de Hemelvaart van Jezus.

Jezus heeft gezegd: “Het is beter voor u dat Ik heenga. Want indien Ik niet heenga, kan de Trooster niet tot u komen, maar indien Ik heenga, zal Ik Hem tot u zenden” (Joh.16:7).

In de uitleg van de tafeltekst van deze week wordt ook gesproken over de Heilige Geest (de Trooster).

Jezus kon maar op één plek tegelijk zijn, maar de Heilige Geest wil woning maken in de harten van alle mensen! Jezus ging terug naar de Hemel, naar de Vader, om dit te bewerkstelligen. Daarom is het vieren van de Hemelvaart van Jezus een goede voorbereiding voor het naderende Pinksterfeest!

Wees niet bevreesd, gij klein kuddeke! Want het heeft uw Vader behaagd u het Koninkrijk te geven.

Lukas 12:32

Het is voor ons, Hollanders, een voorrecht dat de meesten van ons wel eens een schaapherder met z’n kudde over de heide hebben zien zwalken.

Maar toch missen we vaak precies datgene wat zo belangrijk is om te verstaan waarom de Gemeente van Christus in de Bijbel vaak met een kudde schapen wordt vergeleken. Schapen zijn heel volgzame dieren, erg afhankelijk van de herder . . .  Maar ook voor schapen is het belangrijk, dat zij een vertrouwde relatie met de herder hebben, want, zo vertelt Jezus ons: …; maar een vreemde zullen zij voorzeker niet volgen, doch zij zullen van hem weglopen, omdat zij de stem der vreemden niet kennen (Johannes 10:5).

Als Jezus, hier in onze tafeltekst, spreekt van ‘gij klein kuddeke’, dan heeft Hij het dus tegen mensen, die Zijn stem weten te herkennen, omdat zij hebben leren luisteren naar Zijn stem: Mijn schapen horen naar mijn stem en Ik ken ze en zij volgen Mij, … (Johannes 10:27). Het kleine kuddeke van Jezus bestaat dus niet uit mensen, die wel geloven dat Jezus voor de zonde van de hele wereld gestorven is: …; en Hij is een verzoening voor onze zonden en niet alleen voor de onze, maar ook voor die der gehele wereld (1 Johannes 2:2).

Nee, als Jezus het heeft over ‘gij klein kuddeke’, dan spreekt hij tot mensen, die door te luisteren naar Zijn stem, Hem herkennen te midden van alle, misschien wel nog zo vrome, geluiden die te horen zijn in deze wereld. Dit kan alleen als we ons laten leiden door Zijn Geest, die Jezus ons beloofd heeft tijdens zijn afscheidswoorden: Maar gij zult kracht ontvangen, wanneer de Heilige Geest over u komt (Hand.1:8).  

En dat dit kuddeke in het laatste uur maar heel klein zal zijn heeft Jezus destijds al voorzien: Doch, als de Zoon des mensen komt, zal Hij dan het geloof vinden op aarde? (Lukas 18:8).

Waar we, door vele beproevingen heen, leren om weer naar Zijn stem te luisteren, daar gaan we beseffen tot Zijn klein kuddeke te behoren. Maar, al is dat kuddeke nog zo klein, tegen deze ‘schapen’ zegt Jezus dus: Wees niet bevreesd, gij klein kuddeke!  Dit ‘bevreesd’ zijn houdt in: bang, angstig zijn, door schrik bevangen zijn, bang zijn om  (d.w.z. aarzelen) iets te doen (uit vrees voor schade).

De profeet Daniël zegt …, maar het volk dat zijn God kent, zal sterk zijn en daden doen (Daniël 11:32). Wonderlijk is het toch eigenlijk, dat dit ‘kleine kuddeke’ en ‘het volk dat zijn God kent’ dezelfde mensen zijn. Want Daniël heeft het niet over mensen die veel kennis vergaard hebben over God, maar over mensen, die leerlingen van de Allerhoogste willen zijn, door te luisteren naar Zijn Stem.

Jezus zegt in onze tafeltekst ongeveer hetzelfde als Daniël, namelijk dat, aan allen die naar Zijn Stem leren luisteren, Zijn Koninkrijk is toevertrouwd en dus dat zij – in alle zwakheid – sterk zullen zijn en daden doen …