Vestigt uw aandacht dan op Hem, die zulk een tegenspraak van de zondaren tegen Zich heeft verdragen, opdat gij niet door matheid van ziel verslapt.

Hebreeën 12:3

In deze voorbereidingstijd naar Pasen toe, staan we stil bij een Bijbeltekst uit de brief aan de Hebreeën. Deze tekst spreekt over de dienende gezindheid van Jezus.

Aan het begin van onze tafeltekst staat het woordje ‘dan’. Dit kunnen we ook vertalen met ‘daarom’; dit legt het verband met wat er voor staat. Dat is heel belangrijk! Want de voorgaande teksten geven een prachtige schildering van Jezus, onze Heiland, die voor ons gekruisigd is en opgestaan uit de dood. Daarom schrijven we vers 1 en 2 maar even op: Daarom dan, laten ook wij, nu wij zulk een grote wolk van getuigen rondom ons hebben, afleggen alle last en de zonde, die ons zo licht in de weg staat, en met volharding de wedloop lopen, die vóór ons ligt. Laat ons oog daarbij [alleen] gericht zijn op Jezus, de leidsman en voleinder van het geloof, die, om de vreugde, welke vóór Hem lag, het kruis op Zich genomen heeft, de schande niet achtende, en gezeten is ter rechterzijde van de troon Gods.

Wat is het belangrijk dat de vreugde in de Here ons leven bepaalt en niet de schande, niet het lijden dat ons wordt aangedaan: … weest dus niet verdrietig, want de vreugde in de HERE, die is uw toevlucht. (Nehemia 8:11b) Want alles wat ons, in de dienst aan Hem, overkomt, is te doorstaan als we onze aandacht vestigen op Hem. De onderstreepte woorden zijn met elkaar een werkwoord dat de betekenis heeft van: overdenken, overwegen.

De oproep aan ons is dus om, onder alle omstandigheden te overwegen, te denken aan Jezus, die zo ontzettend veel ‘tegenspraak’ heeft ondergaan. ‘Tegenspraak’ kan een woordentwist zijn, maar veel verdrietiger is het, als je merkt dat je niet serieus wordt genomen in je verlangen om de ander mee te nemen in dat wat je zeker weet dat Gods bedoeling is. Jezus heeft het in Zijn lijden uitgeroepen: O ongelovig en verkeerd geslacht, hoelang zal Ik nog bij u zijn en u verdragen? (Lucas 9:41) Het woord ‘tegenspraak’ is ook te vertalen met: zich tegen iemand verzetten, weigeren iemand te gehoorzamen, protesteren, weigeren om iets met iemand te maken te hebben.

In Zijn grote liefde voor zondaren heeft Jezus dit alles ‘verdragen’, dat wil zeggen: Hij is voortdurend aanwezig gebleven, zonder door de tegenstanders bepaald te worden. ‘Verdragen’ betekent dan ook: volharden. Dit wordt in de Bijbel meestal vertaald met: onder tegenslag en beproeving vasthouden aan het geloof.

En bij ‘zondaren’ moet we niet in de eerste plaats denken aan wat wij ‘slechte mensen’ vinden, maar aan mensen die: het doel missen, die niet bewust deel hebben aan het plan van God met deze wereld. Dat zijn dus alle mensen, die zich niet laten leiden door de Heilige Geest in al hun denken en handelen…

Als je leven niet door onze Heer bepaald wordt, maar door de mensen die ons omringen, dan komt er ongemerkt een ‘matheid’ over je. In de tekst staat hiervoor een werkwoord dat betekent: 1) moe worden 2) ziek zijn. Voor je het weet word je dan ‘zielig’. En dan blijft er geen energie meer over; niet voor het komende Koninkrijk, maar het gaat nog verder:.. eigenlijk voor niets. De tekst voor de komende week beschrijft dit met het woordje ‘verslappen’ en dat betekent ook: moedeloos worden, wanhopen.

De schrijver van de brief aan de Hebreeën geeft ons deze week dus een heel goede raad, voor de rest van ons leven: laat de vreugde die voor ons ligt – de komst van Zijn Rijk – ons denken en handelen bepalen, zonder te verslappen. Dan zullen we kracht ontvangen om de goede strijd te blijven strijden!