Jezus Christus, onze Here, gesproten uit het geslacht van David naar het vlees, (heeft) naar de geest der heiligheid door zijn opstanding uit de doden verklaard Gods Zoon te zijn in kracht.
Bovengenoemde tafeltekst kunnen we gebruiken als voorbereiding op het komende Paasfeest. Met deze paastekst begint Paulus zijn beroemde brief aan de Gemeente te Rome. Natuurlijk! Want hierin wordt de kern van het leven verwoord. Hier moet het, in ons leven, immers altijd om gaan: om Jezus, de Christus: ’de Gezalfde’ betekent dat. We kunnen het ook vertalen met: de Aangewezene, de Beloofde.
De Christus, in het Hebreeuws ‘de Messias’, is degene, die God al aan Adam en Eva beloofd heeft, dat Hij eens zou komen om de mens te verlossen uit de ban van de zonde. We moeten bij ‘zonde’ niet denken aan handelingen die niet goedgekeurd kunnen worden, maar aan een veel diepere betekenis van
het woord: doel gemist.
God heeft de mens geschapen, met twee mogelijkheden: tevreden zijn met alles wat het tijdgebonden leven hier op aarde biedt, of: in dit tijdgebonden leven kiezen voor het eeuwige leven. De eerste mogelijkheid is nodig om tot het werkelijke doel te komen: het eeuwige leven. Dit grootse heeft God aan de mens meegegeven door het beloven en zenden van de Messias, Jezus Christus, onze HERE.
Heel het Oude Testament, de Tenach, het Boek van de Joden, getuigt van de komende Messias. Het leven ‘hier en nu’ heeft de kans in zich om bevrucht te worden, bevrucht met het Woord van God: Jezus Christus, onze HERE. Wat hebben deze vier woorden een diepe inhoud!
Jezus, de zoon van de timmerman uit Nazareth? Nee, Jezus de Zoon van David is de Christus, de Beloofde. Hij is de Verzoener van de zonde, van het: niet tot het doel komen. Hij is, van vóór de grondlegging der wereld, daartoe van Godswege bestemd: Hij was van tevoren gekend, voor de grondlegging der wereld, doch is bij het einde der tijden geopenbaard ter wille van u, …(1 Petrus 1:20) Niet voor een bepaalde groep mensen, maar voor álle mensen: … en Hij is een verzoening voor onze zonden en niet alleen voor de onze, maar ook voor die der gehele wereld. (1 Johannes 2:2)
Toch gaat bijna de hele wereld aan de Paasboodschap voorbij! Dat komt, omdat voor de hele wereld Jezus Christus misschien nog wel een historische figuur is, maar geen HERE . . . ‘Here’ betekent ook ‘keizer’. Als Jezus Christus onze HERE wordt, dan is Hij degene die meester of bezitter is van ons, omdat wij Hem de bevoegdheid hebben gegeven om in alles te beslissen, het laatste woord te hebben. Waar Jezus werkelijk HERE wordt in ons leven, wordt ons tijdgebonden leven bevrucht tot een nieuwe schepping.
Het Paas ‘verhaal’ is niet bevruchtend! De kracht van onze tafeltekst zit in de woorden: … (heeft) door zijn opstanding uit de doden verklaard Gods Zoon te zijn in kracht. We zouden deze woorden ook zo kunnen vertalen: die krachtig bewezen heeft Gods Zoon te zijn door zijn opstanding uit de doden.
Dan is het Paas-verhaal niet langer een verhaal van meer dan tweeduizend jaar oud. Het woord ‘kracht’ heeft de betekenis van: macht die in iets woont overeenkomstig zijn aard. Jezus ‘verklaart’ door de macht die in Hem woont, overeenkomstig Zijn aard, Zijn wezen, Gods Zoon te zijn. Dit ‘verklaart’ betekent: duidelijk maken, openbaar maken. Dan hebben we niets meer te maken met het ‘verhaal’, maar met de openbaring van Jezus als de Christus, de Gezalfde Gods in ons leven. Alleen deze openbaring van de levende Here in ons leven, maakt Hem tot degene, die het voor het zeggen heeft in ons leven. Dat alleen maakt Hem tot HERE.
Velen zijn gestorven voor een goed doel, maar alleen Jezus is niet alleen gestorven, maar Hij is opgestaan, verrezen uit de dood! Als Hij tot HERE is geworden in ons leven, kunnen we echt Pasen vieren: de bevrijding uit de slavernij van de zinloosheid van het onbevruchte, tijdgebonden bestaan.
Toelichting bij PASEN 2022
Het Paasfeest is van oorsprong een Oud Testamentisch feest. De Israëlieten kregen de opdracht dit feest jaarlijks te vieren, om daarin te gedenken dat God hen uit het slavenhuis, uit Egypte, geleid had. Dit feest valt in de maand Abib, (ongeveer april): ‘Deze maand zal u het begin der maanden zijn; zij zal u de eerste der maanden van het jaar zijn’ (Exodus 12:2).
Op de 10e van deze maand moesten de Israëlieten een gaaf, mannelijk, éénjarig stuk kleinvee nemen en dat apart zetten tot de 14e van de maand, om het dan in de avondschemering te slachten en gedurende de nacht op te eten (:5,6). Vier dagen werd het Paaslam apart gezet om geslacht te worden. ‘Vier’ is in de Bijbel het symbolische getal van de voorbereiding.
Als later Johannes de Doper zijn discipelen op de Here Jezus wijst, dan zegt hij: ‘Zie, het Lam Gods, dat de zonde der wereld wegneemt’ (Johannes 1:29-36). Voor de gelovige Jood was het Paaslam een beeld van de Messias en Johannes zegt hier dus eigenlijk: ‘Zie, de Messias!’ Ook de apostel Johannes trekt deze vergelijking later door als hij Exodus 12:46 citeert: ‘Want dit is geschied, opdat het Schriftwoord zou vervuld worden: Geen been van Hem zal verbrijzeld worden’ (Johannes 19:36).
En zoals het bloed van het paaslam, op de deurposten van de huizen gestreken, de doodsengel aan de gelovigen voorbij deed gaan (Exodus 12:13), zo werd ook het bloed van Jezus voor velen vergoten tot verzoening van hun zonden (Mattheüs 26:28). Daarom vieren we ieder jaar, vaak bijna gelijk met het Joodse volk, het Paasfeest, om te gedenken dat Jezus als ons Paaslam is geslacht tot verzoening van al onze zonden (1 Korintiërs 5:7).