En hij liet alles achter, stond op en volgde Hem.

Lucas 5:28

In de tafeltekst van deze week wordt gesproken over de tollenaar Levi. Hij was een hoge beambte, die in dienst stond van Herodes Antipas. Deze Herodes was viervorst over Galilea en Perea. Levi inde de belasting die geheven werd over de goederen, die in- en uitgevoerd werden over de grens. Tollenaars werden, vooral bij de gelovige joden, vaak op één lijn gezet met de zondaren. Zij werden geëerd om hun hoge positie én veracht om hun hebzucht en de grove manier waarmee zij de reizigers vaak behandelden. Daarom werden tollenaars uitgesloten van de samenkomsten in de synagoge.

Levi was aan het werk toen Jezus tegen hem zei: Volg Mij! Dan komt er een wonderlijke reactie, die we vaker in de Bijbel lezen, en het begin van onze tafeltekst is: En hij liet alles achter, … Wat moeten we daar onder verstaan? Er wordt in de grondtekst een werkwoord gebruikt, dat o.a. vertaald kan worden met: onverzorgd achterlaten, iets of iemand achter laten zonder zorg er voor te hebben, links laten liggen. Levi liet dus zijn bron van inkomsten, zijn middelen van bestaan achter: anderen moesten er mee doen wat ze wilden. Een onverantwoord gedrag, zullen we ongetwijfeld zeggen …

Hij stond op … hij hield dus op met zijn werkzaamheden en volgde Jezus. Voor dit ‘volgen’ is een woord gebruikt dat de betekenis heeft van: iemand als leerling volgen.

Wat een ingrijpende verandering vond er plaats in het leven van deze Levi: van veracht en geëerd man werd hij tot een leerling … Hij was blijkbaar niet onbemiddeld, want het verhaal in de Bijbel gaat verder met: En Levi richtte een grote maaltijd voor Jezus aan in zijn huis, en er was een grote menigte tollenaars en anderen, die met hen aan tafel waren (Lucas 5:29). Bij Jezus schaamde hij zich niet voor zijn oude beroep. Hij nodigde immers een menigte van tollenaars uit om samen met Jezus aan één tafel te gaan!

Wat moet hij de Here Jezus goed gekend hebben; hij wist dat er voor Hem ook geen enkel bezwaar bestond om met zulke, door de ‘hooggeplaatsten’ van die tijd, verachte tollenaars samen te eten. Levi verlangde er naar om zijn vreugde: van Jezus te zijn, met zijn ‘vrienden’ te delen en bracht ze dus met hem bijeen aan één tafel. Wat een diepe verandering vond er plaats in het leven van Levi!

Hij, de gearriveerde burger, werd leerling van de Messias en liet zich van af nu niet meer bepalen door wat achter hem lag, maar door al hetgeen hij van zijn Heer zou gaan ontvangen. Is dit niet het grote geheimenis van het volgen van Jezus? Ook voor ons?! Hij heeft toch niet zomaar gezegd: Niemand, die de hand aan de ploeg slaat en ziet naar hetgeen achter hem ligt, is geschikt voor het Koninkrijk Gods (Lucas 9:62).

En Paulus zegt …, maar één ding doe ik: vergetende hetgeen achter mij ligt, en mij uitstrekkende naar hetgeen vóór mij ligt, jaag ik naar het doel, om de prijs der roeping Gods, die van boven is, in Christus Jezus (Fil.3:14). Ook hier wordt weer een werkwoord gebruikt dat zo veel te maken heeft met dat: ‘alles achterlaten’. Hier staat in de grondtekst een werkwoord dat zoiets betekent als: verwaarlozen, zich niet langer bekommeren om.

Wat hebben wij een echte openbaring van de levende Heer nodig, om zo onder de indruk van Hem te raken, dat we echt los komen van, zoals Jezus het noemde: de zorgen van de wereld en het bedrog van de rijkdom en de begeerten naar al het andere … (Marcus 4:19). Wat een zegen dat er nog plekjes zijn, stukjes Gemeente van Christus, waar deze bevrijdende openbaring nog werkelijkheid kan zijn.