Geprezen zij de HERE. Dag aan dag draagt Hij ons; die God is ons heil.

 Psalm 68:20

Bovengenoemde tekst is een regel uit een psalm, een lied, geschreven door koning David, voor de koorleider. Hier spreekt koning David een loflied uit, waarin hij roemt in Gods daden, vol dankzegging en aanbidding. David is verwonderd over wie God is in zijn eigen leven en in het leven van de ander, hij is onder de indruk van Zijn majesteit en macht.

Geprezen zij de HERE. Dag aan dag draagt Hij ons; die God is ons heil.

De tafeltekst van deze week roept ook ons op om heel gelukkig te zijn met de Here. Als we God prijzen, zoals het hier in deze tekst staat, betekent dat eigenlijk: ons gelukkig prijzen om Hem. Er is heel veel reden om ons gelukkig te prijzen om wie Hij is in ons leven. Tenminste . . . als we tot die vreugdevolle ontdekking komen, dat Hij, zoals een Vader zijn kind, ons draagt, overlaadt, verzorgt.

Ook Mozes getuigt hiervan als hij tot heel Israël spreekt: De HERE, uw God, Die voor u uitgaat, Hij zal voor u strijden, … en in de woestijn, waar u gezien hebt, dat de HERE, uw God, u gedragen heeft, zoals een man zijn zoon draagt, op heel de weg die u gegaan bent, totdat u op deze plaats gekomen bent (Deut. 1:31).

Dag aan dag draagt Hij ons; … We zouden dit stukje van de tekst ook kunnen vertalen met: want dag aan dag stelt Hij ons in de opdracht. Deze beide betekenissen van dit Hebreeuwse werkwoord verrijken de psalmtekst voor ons. Hij verzorgt ons omdat Hij ons in een opdracht heeft gesteld.

Het is jammer dat er dan verder staat: die God is ons heil. Je kunt gaan denken dat door het gebruik van het woordje ‘die’ bedoeld zou worden dat onze God zich hierin onderscheidt van alle andere goden. Maar dat staat hier niet. Het wordt duidelijker als je dit gedeelte als een tussenzinnetje ziet.

Natuurlijk lezen we deze week de tekst zoals die in onze Bijbel staat, maar misschien kunnen we de komende dagen er ook aan denken dat deze tekst anders vertaald had kunnen worden:

‘Laten wij ons gelukkig prijzen met de Here, want dag aan dag draagt Hij, de God van onze verlossing, ons’.