Het is beter bij de HERE te schuilen dan op mensen te vertrouwen; het is beter bij de HERE te schuilen dan op edelen te vertrouwen. 

Psalm 118:8,9

De tafeltekst voor de komende week begint met: Het is beter. Voor het woord ‘beter’ staat een Hebreeuws woord dat ook in het Nederlands veel gebruikt wordt: ‘tof’. Meestal wordt dit woord vertaald met ‘goed’, maar als het gaat om iets verhoudingsgewijs uit te drukken wordt het vertaald met ‘beter . . . .dan’. Maar ‘goed’ is eigenlijk te algemeen. Het wordt ook vertaald met ‘gelukkiger’: Prediker 4:3 …, en gelukkiger dan die allen [prees ik] degene, die er nog niet geweest is, die nog niet heeft aanschouwd het boze werk dat onder de zon geschiedt.

Een andere vertaling van dit woord vinden we in Jeremia 29:10: Want zo zegt de HERE: Neen, als voor Babel zeventig jaren voorbij zullen zijn, dan zal Ik naar u omzien en mijn heilrijk woord aan u in vervulling doen gaan door u naar deze plaats terug te brengen. En weer ergens anders, in Hooglied 1:2 Want kostelijker dan wijn is uw liefde,…

Het woordje ‘tof’ is dus meer dan ‘goed’: gelukkig, heilrijk en kostelijk!

We zouden, (zonder de vergelijking te gebruiken met de grote dwaasheid om op mensen te vertrouwen) eenvoudig kunnen zeggen dat er staat: het is gelukkig, heilrijk, kostelijk om bij de HERE te schuilen. Ja, en dan nog even opletten dat HERE met hoofdletters staat geschreven. In de grondtekst staat hier dus de Naam van God!

Bij God schuilen betekent ook: je toevlucht vinden bij. Dat is iets mooier. Dit is geen passief schuilen, als onder een van de vele bomen tegen de regen, want er is pas sprake van toevlucht vinden, als je er ook naar gezocht hebt. Het is dan een gelukkig resultaat na een ongelukkige situatie… En in de werkwoordsvorm die hier gebruikt wordt zit ook de betekenis van: je vertrouwen stellen op. Dat is dus nog meer dan: je toevlucht vinden bij.

Ja, dan is er echt rust en gerustheid gekomen: Bij God ben ik veilig!!

In het negende vers komt een versterking van het achtste vers. Daar stond immers dat we niet op mensen moeten vertrouwen. Maar misschien dachten we nog dat er uitzonderingen mogelijk waren…

Het negende vers geeft hier een schokkende duidelijkheid: zelfs degenen, die wij ‘edelen’ noemen zijn niet te vertrouwen, zoals de HERE te vertrouwen is. Het woord ‘edelen’ is afgeleid van ‘edel’, in de zin van: vrijwillig zich aanbieden, zich bereid verklaren. Onze tafeltekst vertelt ons dat het veel gelukkiger is om bij de HERE te schuilen dan je toevlucht te nemen tot mensen, die zich spontaan aanbieden om je te hulp te komen…

Dat ‘beter dan’ wijst dus op een tegenstelling. Voor ons houdt dit in, dat je ook bij God moet blijven schuilen als je omringd wordt door mensen die je graag een dienst willen bewijzen, sociaal, zelfs christelijk, over je bewogen zijn Eigenlijk moet je dan juist bij God schuilen, want anders dreigt daar het grote gevaar dat je je aan de hulp van ‘lieve’ mensen liever toevertrouwt, dan aan God, omdat je toevlucht vinden bij God, altijd betekent: sterven aan het: “ikke zelf doen”.